In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.4: Stoffentransport (O2)
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel zuurstof wordt er afgegeven in weefsel als de zuurstofdruk bij de longen 14kPa is en in het weefsel 8kPa? Berekening!
Slide 2 - Open vraag
Bloedarmoede
Wietske gaat ondanks haar bloedarmoede joggen. Door haar bloedarmoede in het hemoglobinegehalte van haar bloed gedaald van 8,5 mmol/L naar 5 mmol/L. Bij een hemoglobinegehalte van 8,5 mmol/L bevatte haar bloed bij 100% verzadiging 205 mL O2 per liter.
In haar longen is de pO2 13 kPa en de pCO2 8,0 kPa.
Tijdens het joggen is de pO2 in haar beenspieren 3,0 kPa en de pCO2 10,7 kPa. Bereken hoeveel mL O2/L haar bloed door bloedarmoede minder aan haar beenspieren tijdens het joggen kan afgeven.
Slide 3 - Tekstslide
Bloedarmoede
Bloed: verzadigingspercentage: 94%
Spieren: verzadigingspercentage 24%
Afgifte: 94-24=70%
Normaal 70%*205mL/L = 143,5 mL/L
Hb gehalte is 5/8,5 van normaal dus 143,5*5/8,5= 84,4 mL/L
143,5-84,4 = 59,1 mL/L minder zuurstof afgifte.
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel % minder zuurstof wordt er afgegeven in de spieren (pO2=4kPa) bij een halvering van de zuurstofdruk op de Himalaya (normaal 14kPa)
Slide 5 - Open vraag
Vragen over het huiswerk?
Slide 6 - Tekstslide
Doel 9.4
Je leert hoe het zuurstoftransport door het bloed wordt beinvloed door omgevingsfactoren
Slide 7 - Tekstslide
Doel 9.4
Je hebt geleerd hoe het zuurstoftransport door het bloed wordt beinvloed door omgevingsfactoren