§2.10 Zon, water en wind

§2.10 Zon, water en wind
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§2.10 Zon, water en wind

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat de enige werkzame kerncentrale van Nederland?
A
Eindhoven
B
Borssele
C
Dodewaard
D
Hoogeveen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een nadeel van kernenergie?
A
Er komt veel CO2 bij vrij.
B
Je kunt met weinig uranium veel energie opwekken.
C
Het opwekken van kernenergie zorgt voor veel radioactief afval.
D
Kernenergie is relatief goedkoop in vergelijking met fossiele brandstof.

Slide 3 - Quizvraag

Uitleg §2.10 (1)
Schone energie heeft de toekomst, maar wat is voor Nederland de meest geschikte vorm?
Zonne-energie, windenergie en hydro-elektriciteit (uit waterkracht) worden steeds meer geproduceerd. Het is schoon en raakt niet op, dus duurzaam. Maar er zijn ook nadelen. Het waait niet altijd en ook schijnt de zon niet altijd.
In bergachtige gebieden worden traditionele waterkrachtcentrales gebouwd. In een rivier in de bergen wordt een stuwdam gebouwd die het water tegenhoud. Daardoor ontstaat er een stuwmeer. Als er genoeg water in het meer staat, wordt het water door openingen in de dam geleid. In die openingen zitten turbines die in beweging komen door het langsstromende water ---> elektriciteit. Hetzelfde principe wordt toegepast in getijdencentrales. Daar wordt de beweging van het water door eb en vloed gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Uitleg §2.10 (2)
Energie uit zon-, water- en windkracht heeft ook nadelen. Niet iedere plek op aarde is er even geschikt voor. Daarnaast nemen ze veel ruimte in. Er ontstaan concurrentie om de ruimte. Waar een windmolenpark staat kunnen geen woningen staan of landbouwgrond. Nederland is ruimte schaars. Daarom gaat Nederland vooral voor windenergie. Dat kan op zee en het waait in ons land genoeg.
Doordat Nederland zo vlak is, is waterkracht uit rivieren niet zo geschikt. Eventueel wel getijdenenergie.
Door de noordelijke ligging is Nederland ook niet zo geschikt voor zonne-energie op grote schaal. Zonnepanelen op daken van huizen kunnen wel een deel van de benodigde energie leveren.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg §2.10 (3)
Je moet dus naar de omstandigheden kijken om de meest geschikte energiebron te kiezen.
Landen als Spanje hebben veel meer zonuren en meer beschikbare ruimte. Daar is zonne-energie dus heel goed mogelijk.
Bergachtige gebieden als de Alpen of Scandinavië zijn weer veel meer geschikt voor waterkrachtcentrales. En als de getijdencentrales verder worden ontwikkeld kunnen die ook meer gebouwd worden in landen met een geschikte kust.

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden vragen 1, 2 en 3
1a: B
1b: 1 Er komt geen CO2 vrij bij de productie van hydro-elektriciteit.
      2 Waterkracht is onuitputtelijk en kan dus oneindig worden gebruikt.
2a: energie uit biomassa.
2b: 1 Je kunt zonne-energie niet 24 uur per dag opwekken.
      2 Zonnepanelen nemen veel ruimte in beslag.
3a: (1) getijden; (2) waterkracht
3b: De kracht van vallend water en de kracht van stromend water.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden vraag 4, 5 en 6
4a: zonder dam.
4b: Er is minder waterkracht in het stromende water, omdat de stroming geleidelijk gaat. Je 
      kunt daardoor minder energie opwekken.
4c: Het landschap wordt minder aangetast.
5a: 1 Er zijn in Nederland weinig zonuren.
      2 Er is in Nederland weinig ruimte beschikbaar.
5b: B
5c: Windenergie.
6a: Frankrijk en Zwitserland.
6b: Daar zijn meer geschikte rivieren.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Lees voor de volgende keer §2.11 en maak de vragen. De kaarten die je nodig hebt zitten in de bijlage in Magister. Op de kaart 'Marokko' ligt de gezochte plaats in kaartvak D3 en heb ik hem onderstreept.
Upload de uitwerkingen naar Opdrachten.

Slide 10 - Tekstslide