Grammatica Blok 2 1KT

Grammatica - Blok 2
1KT2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Grammatica - Blok 2
1KT2

Slide 1 - Tekstslide

Amanuel
Ik heb een broer.
Ik heb een zusje.
Ik zit op basketbal.

Slide 2 - Tekstslide

Welke is niet waar?
A
Ik heb een broer.
B
Ik heb een zusje.
C
Ik zit op basketbal.

Slide 3 - Quizvraag

Welke werkwoordsvormen ken je?

Slide 4 - Woordweb

Werkwoordsvormen: Persoonsvorm (PV)
Werkwoorden kunnen in verschillende vormen voorkomen. Bijvoorbeeld als persoonsvorm (pv).
De persoonsvorm is de vorm van het werkwoord die je in de tegenwoordige tijd (tt) en in de verleden tijd (vt) kunt schrijven.
Bijvoorbeeld:
Ik heb mijn vrienden opgehaald.
Ik had mijn vrienden opgehaald.

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm (2)
Je hebt altijd een persoonsvorm in een zin. Staat er één werkwoord in de zin? Dan is dit de persoonsvorm. 

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordsvormen: Hele WW (WW)
Hele werkwoord: Het hele werkwoord is het werkwoord zoals het ook in het woordenboek staat. 

Koken, bakken, graven, geloven, enz..

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordsvormen: Voltooid Deelwoord (VDW)
Voltooid deelwoord: Deze werkwoorden beginnen met ver-, ge- of ont-. Dit is de werkwoordsvorm die bij een persoonsvorm van de werkwoorden hebben, worden of zijn in de zin staat. 

Ik heb eten gekookt.
Hij is op vakantie geweest.

Slide 8 - Tekstslide

Noem de werkwoorden in onderstaande zin en
geef aan wat voor werkwoorden het zijn.

Ik wil het liefst nooit verslagen worden.

Slide 9 - Open vraag

Mimoun zal vanmiddag mijn broer bellen.

Wat is 'bellen' voor werkwoordsvorm?
A
persoonsvorm
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 10 - Quizvraag

Mimoun heeft vanmiddag mijn broer gebeld.

Wat is 'gebeld' voor werkwoordsvorm?
A
persoonsvorm
B
hele werkwoord
C
voltooid deelwoord

Slide 11 - Quizvraag

Mijn broer wordt door Mimoun gebeld.

Noteer alle werkwoorden en zet erachter
wat de werkwoordsvorm is.

Slide 12 - Open vraag

Welke drie werkwoordsvormen
ken je nu?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Theorie (persoonsvorm --> tijdproef )
= Op deze manier vind je de persoonsvorm

= Een werkwoord van tijd veranderen.


  1. Mijn vrienden hebben mij thuis opgehaald.
  2. Mijn vrienden hadden mij thuis opgehaald.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de persoonvorm in onderstaande zin
en hoe kom je daarbij?

Hij wil heel graag gaan fietsen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

Chris is nog nooit zo blij geweest.

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag!
Blok 2 Grammatica opdr. 14 t/m 21, 23
Huiswerk voor volgende week maandag

Klaar? Samenvatting maken / Lezen in je leesboek / Alvast een begin maken aan de fictieopdracht/  Huiswerk voor een ander vak. 

Slide 18 - Tekstslide

Chaeleen
Ik heb een schildpad
Ik heb 4 broers en 2 zussen
Ik hou van gym

Slide 19 - Tekstslide

Welke is niet waar?
A
Ik heb een schildpad.
B
Ik heb vier broers en 2 zussen.
C
Ik hou van gym.

Slide 20 - Quizvraag

Teun


1. We krijgen kippen
2. Ik heb drie broertjes
3. Ik heb een konijn

Slide 21 - Tekstslide

Welke is niet waar?
A
We krijgen kippen.
B
Ik heb drie broertjes.
C
Ik heb een konijn.

Slide 22 - Quizvraag