T3_Les 3

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Erfelijke eigenschap
Niet-erfelijke eigenschap
Piercing
Blauwe ogen
Wipneus
Litteken
Rode bloemen (klaproos)
Bladeren met stekels
Slappe bladeren door watertekort

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen heeft een spiercel van een huisvlieg?
A
6
B
12
C
24

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel chromosoomparen heeft een huisvlieg?
A
6
B
12
C
24

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent 'hetero'
A
Gelijk
B
Ongelijk / verschillend

Slide 9 - Quizvraag

Homo of hetero?
A
Homo
B
Hetero

Slide 10 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 11 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 12 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hebben deze mensen hetzelfde genotype en fenotype?
A
Zelfde genotype / zelfde fenotype
B
Zelfde genotype / verschillend fenotype
C
Verschillend genotype / zelfde fenotype
D
Verschillend genotype / Verschillend fenotype

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Hebben eeneiige tweelingen hetzelfde genotype? En Twee-eiige tweelingen?
A
Alleen eeneiig heeft hetzelfde genotype
B
Alleen twee-eiig heeft hetzelfde genotype
C
Beide hebben hetzelfde genotype

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Is tweeling A eeneiig of twee-eiig?
A
Eeneiig
B
Twee-eiig

Slide 20 - Quizvraag

Zijn hier 1 of 2 zaadcellen betrokken?
A
1 zaadcel
B
2 zaadcellen

Slide 21 - Quizvraag

Welke cellen zijn bevruchte eicellen?
A
1 en 2
B
4 en 5
C
3 en 6

Slide 22 - Quizvraag

Welke cellen bevatten 46 chromosomen?
A
1 en 2
B
4 en 5
C
3 en 6

Slide 23 - Quizvraag

Welk cellen zijn geslachtscellen?
A
7 en 8
B
Alleen 9
C
10 en 11

Slide 24 - Quizvraag

Verandert het genotype bij mitose (lichaamscellen)? En bij meiose (geslachtscellen)?
A
Alleen bij mitose
B
Alleen bij meiose
C
Bij zowel mitose als meiose

Slide 25 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 26 - Quizvraag

Makkers, wat vonden we er tot nu toe weer van?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide