Interviewen les 2

Interview en Journalistieke tekst
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Interview en Journalistieke tekst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen:
1. Informatie over interviewen
2. Uitleg opdracht interview
3. Vragen voorbereiden
4. Uitleg Journalistieke tekst
6. Opdrachten 3, 4 & 5 reader Interviewen
Energizer: Nieuwsquiz!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interview en vraagsoorten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in deze les
  • Je weet wat een interview is.
  • Je weet wat open en gesloten vragen zijn.
  • Je kunt open en gesloten vragen stellen.
  • Je kent het verschil tussen directief en non-directief
  • Je kunt een interview voorbereiden.
  • Je kunt uitleggen wat 'doorvragen' betekent.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een interview?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Interview?
  • Een interview kan op beeld zijn, geluid (podcast) of geschreven. 
  • Het doel is: iets te weten komen van de geïnterviewde.
  • Het verschilt per nieuwssoort welke mensen interessant zijn om te interviewen.

Slide 6 - Tekstslide

In het landelijke nieuws komen bijvoorbeeld vaak interviews voor met belangrijke personen uit de politiek of de film- en muziekwereld.
In het regionale nieuws  zou je bijvoorbeeld een interview met de trainer van een grote voetbalploeg tegen kunnen komen en in het lokale nieuws  een interview  met de burgemeester.
Hyperlokaal kun je denken aan een interview met de directeur van jullie school.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging mis bij dit interview?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen

Slide 10 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Wat voor soort vragen ken je?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De gesloten vraag

 Gesloten vragen: dit zijn vragen waar je alleen ja of nee op kan beantwoorden


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open en gesloten vragen
Vraag
Antwoord
Verbredende vraag
Verdiepende vraag
Open vraag
Wat heb je vandaag allemaal gedaan?
Eerst ben ik naar de stad geweest. Daarna ben ik uiteten geweest.
En wat heb je 's avonds nog gedaan?
Hoe is de wedstrijd afgelopen?
Gesloten vraag
Ben je nog naar de stad geweest?
Nee.
Heb je nog gevoetbald?
???

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Directief / Non-directief
Directief:
Interviewer stuurt het gesprek en bepaalt waar je het over gaat hebben.
Ook hoelang het antwoord mag duren. Er is een duidelijk doel.

Non-directief:
Je laat tijdens het interview de ander helemaal uitspreken. De geïnterviewde
bepaalt het onderwerp en kan praten wat hij/zij wil. Jij luistert aandachtig.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden journalisten vaker open vragen gebruiken dan gesloten vragen?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten naar open
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Ben je blij met je opleiding?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doorvragen
  • Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
  • Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
  • Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.

antwoord heeft gegeven.

Slide 22 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”
Opdracht
  • Je houdt een interview met de bedrijfsleider van jouw plaatselijke supermarkt!
  • Doel: je wilt weten wat de best verkochte producten zijn die verkocht worden en welke dag de meeste omzet is.
  • Je maakt een nieuwsbericht
  • Je interview telt mee voor Interview,  je nieuwsbericht telt mee voor Journalistieke Tekst

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op
  • Opbouw van een interview
  • Introductie (voorstellen, uitleggen)
  • Middenstuk (verschillende vragen stellen en doorvragen)
  • Afronding (samenvatten/conclusie, bedanken)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Een voorbeeld van hoe het niet moet:

Heel veel vragen, veel daarvan ook gesloten, in een keer stellen.
Hoe bereid je een interview voor?
  • Bedenk goed wat je wilt weten!
  • Maak een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
  • Durf ook van je vragenlijstje af te wijken: luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig is.
  • Schrijf in steekwoorden mee en/of neem het gesprek op met je mobiel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens het gesprek met de bedrijfsleider
  • Maak aantekeningen
  • Denk aan je non-verbale communicatie
  • Voor je weggaat: check of je de naam van de geïnterviewde goed hebt gespeld!!
  • Neem het gesprek op & maak een foto van jou en de bedrijfsleider voor bij je artikel!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies