Thema 3 Basisstof 4.3 Beenverbindingen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Basisstof 4.3

Beenverbindingen

Huiswerk

Basisstof 3 Beenverbindingen:

Maak opdracht 1 t/m 8 op blz. 24-27 uit je werkboek

Eerst lezen blz. blz. 21 t/m 23

Wat gaan wij doen?

Herhalen vorige paragrafen

Uitleg 4.3 Beenverbindingen

Zelfstandig aan de slag

Herhalen

Noem de naam van een bot en waar in ons lichaam zit het bot?

Op welke plek zit bot? 
Op welke plek zit kraakbeen? 

kraakbeen

kraakbeen

bot

bot

bot

lesdoelen van vandaag

Aan het einde van de les ken je de 

verschillen tussen de vier beenverbindingen

Aan het einde van de les ken je de 

3 soorten gewrichten

4 verschillende beenverbindingen

Welke Beenverbinding kan bewegen en welke niet?

Zonder beweging

Fontanellen: de ruimte tussen de schedelbeenderen van een baby. Deze groeien in het eerste levensjaar dicht

zet de soorten beenverbindingen op volgorde van meest beweegbaar tot minst beweegbaar

Meest beweegbaar

minst beweegbaar

Met beweging

• Kraakbeen: zorgt voor beweging in de borstkas
   en de wervelkolom.

• Gewrichten: een verbinding tussen
  twee botten die zorgt voor een makkelijke
  beweging. 

Sleep de beenverbinding naar de juiste beenderen

Twee teenkootjes

De wervels van het heiligbeen

Het heupbeen en het dijbeen

Ribben en het borstbeen

Gewricht

Vergroeid

Gewricht

Kraakbeen

Onderdelen van een gewricht

1. Gewrichtskogel

2. Gewrichtskapsel

3. Gewrichtskom

4. Gewrichssmeer

5. Kraakbeen

6. Kapselband

(4 x Gewrichts... en 2 x K......)

3 soorten gewrichten

kogelgewricht

rolgewricht

scharniergewricht

Vergroeid

Naad-

verbinding

Kraakbeen-

verbinding

Gewricht

Aan de slag

Maak de opdrachten in werkboek.

De eerste 5 minuten werk je alleen.

Na 5 minuten mag je zachtjes met je buur overleggen.

Opdracht 1 tm 8 blz. 24-27