In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
timer
1:00
Wat weet je al van voorrang
Slide 1 - Woordweb
Kruisingen
Veel ongelukken gebeuren op of in de buurt van plaatsen waar verkeer verschillende richtingen kan kiezen. Omdat zoveel mogelijk te voorkomen zijn er regels gemaakt voor het naderen en oprijden van kruispunten.
Slide 2 - Tekstslide
Volledig kruispunt
De wegen kruisen elkaar onder een hoek van ongeveer 90 graden. De wegen kunnen gelijkwaardig aan elkaar zijn maar er kunnen ook middengeleiders, rijbaansplitsingen of verkeersdruppels zijn aangebracht.
Slide 3 - Tekstslide
T-splitsing
Ongelukken voorkomen
Om te voorkomen dat bestuurders rechtdoor rijden wordt er op dit punt begroeiing of een hek geplaatst. Buiten de bebouwde kom staat hier vaak een lataarnpaal
Slide 4 - Tekstslide
y-splitsing
onoverzichtelijk
vaak weinig overzicht een vrachtwagen kan een brommer/scooter makkelijk over het hoofd zien houd daar rekening mee.
Slide 5 - Tekstslide
Rotonde
Opkomend verkeer
Opkomend verkeer moet voorrang verlenen
scooter op fietspad
Scooters worden vaak over het fietspad geleid bij rotondes.
langzaam rijden op de rotonde
Slide 6 - Tekstslide
Naderen kruispunt
Hoe is de voorrang geregeld?
Hoe is het wegdek?
Hoe zijn de weersomstandigheden?
Hoe is het zicht van de andere verkeersdeelnemers?
Zijn er verkeerslichten?
Zijn er verkeersborden?
Hier moet je allemaal achter zien te komen als je een kruispunt nadert. Rij een kruispunt daarom altijd rustig in de richting van een kruispunt.
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdregel voorrang
rechts heeft voorrang
Op een gelijkwaardige kruising verlenen bestuurders voorrang aan de voor hun van rechts komende bestuurders
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Voorrang verlenen
je zorgt ervoor dat de bestuurder met voorrang ongehinderd zijn weg kan vervolgen. Je moet daarom op een rustige manier een kruispunt naderen zodat anderen ook kunnen zien dat je voorrang gaat verlenen.
Slide 10 - Tekstslide
Voorrang nemen
Voorrang krijg je en neem je niet daar ben je op de scooter veel te kwetsbaar voor!
Slide 11 - Tekstslide
Zijn er haaientanden op de weg of geldt voor jou bord b6 dan moet je voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Kruispunt met verkeerslichten
Als er werkende verkeerslichten zijn dan gaan die voor de haaientanden en de verkeersborden.
Slide 14 - Tekstslide
Als je op een onverharde weg rijdt en je nadert een verharde weg moet je het verkeer op de kruisende verharde weg voor laten gaan.
Slide 15 - Tekstslide
Trams
Trams hebben op een gelijkwaardige kruising voorrang ook als ze van links komen
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Wie mag hier eerst?
A
fietser 1
B
de andere fietser
C
De auto
Slide 18 - Quizvraag
Wie mag hier eerst?
A
De auto
B
De tram
Slide 19 - Quizvraag
Wie heeft hier voorrang?
A
De ambulance met lichtsignalen en sirene
B
De vrachtwagen
C
De auto
Slide 20 - Quizvraag
Wie mag hier eerst?
A
De oranje auto
B
De witte auto
C
De groene auto
Slide 21 - Quizvraag
Wie mag hier eerst?
A
De scooter
B
De vrachtwagen
C
De auto
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
dat je voorrang hebt
B
dat je voorrang moet verlenen
Slide 23 - Quizvraag
Mag je bij dit bord doorrijden zonder te stoppen als het rustig is?