basisstof 2 deel 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom

Zorg dat je je boeken voor je hebt

Leerdoelen

Na deze lessen kun je in verschillende stappen uitleggen hoe een nieuwe soort ontstaat.

Belangrijke begrippen: 

slak legt eieren

100en tegelijk!

Niet allemaal zullen overleven

Welke slakjes zullen het het beste overleven?

Schutkleur = overleven

Deze slakjes krijgen zelf ook weer kinderen.
Hoe zien deze kinderen eruit?

Dus

De dieren die het beste aangepast zijn aan de omgeving, hebben een betere overlevingskans en voortplantingskans

uitdrukking:
survival of the fittest-> Wie het beste 'fit' in de omgeving

Variatie van genen door:

- geslachtelijke voortplanting

- mutaties

evolutionair voordeel

- Overlevingsvoordeel

- Voortplantingsvoordeel

Natuurlijke selectie

Als individuen met een bepaalde gunstige eigenschap meer nakomelingen krijgen zonder deze gunstige eigenschap

Denk in meerdere generaties!

Let op: isolatie moet je kunnen uitleggen

(Bijvoorbeeld eilandje dat ontstaat, populaties die gescheiden worden door een rivier etc)

Soort is geëvolueerd

Als de oude variant verdwenen is, of de twee varianten niet meer met elkaar voortplanten, dan is dan een nieuwe soort ontstaan. 

Dus...

1. Genetische variatie: door geslachtelijke voortplanting of mutaties-> verschil in DNA tussen individuen
2. Evolutionair voordeel:  wie past het beste in zijn omgeving?-> overlevingsvoordeel of voortplantingsvoordeel

3. Natuurlijke selectie: Grotere overleving en voortplanting, dus meer van dit genotype over aantal generaties. De natuur 'selecteert'

4. Isolatie: Alleen nog onderlinge voortplanting door gescheiden worden (bijvoorbeeld door rivier)

5. Ontstaan van nieuwe soorten: Oude soort is verdwenen of kunnen niet meer samen voortplanten (door isolatie)

Aan de slag!

Maak opdracht 1 tm 19 online, zodat ik met je mee kan kijken.

Klaar? Zorg dan dat je op een manier die bij jou past de lesstof eigen maakt. Deze paragraaf is één van de belangrijkste van dit hoofdstuk!

Zorg dat je de begrippen: genetische variatie, evolutionair voordeel, natuurlijke selectie, voortplantingskans, overlevingskans,
isolatie en evolutie (van de soort)
goed kunt hanteren.