Opdracht 5/ paragraaf 6.4.1
Angst, want men was bang om in de hel te komen of zijn eer te verliezen
Collectief, want de normen en waarden van de groep waren belangrijker dan individuele opvattingen over goed en slecht
Geloof, want het geloof in God was bepalend voor hoe mensen in het leven stonden (ze waren zich ervan bewust dat het leven een voorportaal was voor het leven na de dood; het doel van het leven was om na de dood in de hemel te komen)