Unit 1 lesson 4 reading (start)

Unit 1 Lesson 4 reading
Today:
Check "homework" Werkboek bladzijde 16.
Oefening 1,2, 3, 4a, 6, 7, 8 , 11 

-Explain briefly (korte uitleg) myself/yourself/myselves 
-Quiz
-Something fun?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Unit 1 Lesson 4 reading
Today:
Check "homework" Werkboek bladzijde 16.
Oefening 1,2, 3, 4a, 6, 7, 8 , 11 

-Explain briefly (korte uitleg) myself/yourself/myselves 
-Quiz
-Something fun?

Slide 1 - Tekstslide

Myself/yourself blablabla
Bij enkelvoud- myself/yourself/ himself/herself/itself

maar you is toch altijd enkelvoud?

Yes.. But no.
get yourselves a treat (bijv. de hele klas)
They only think about themselves.



Slide 2 - Tekstslide

So....
Waarom gebruiken we het?
- Extra nadruk te leggen
- om terug te verwijzen naar dingen, personen

Let's see if we can improve ourselves (héhé)


Slide 3 - Tekstslide

Wederkerende voornaamwoorden, wederkerend betekent:
A
Dat ze nieuw in de zin staan
B
Dat ze in de verledentijd staan
C
Dat ze eerder al genoemd zijn
D
Dat ze in de tegenwoordige tijd staan

Slide 4 - Quizvraag

en wanneer gebruiken we een wederkerend voornaamwoord? Er zijn twee antwoorden goed
A
Om maar iets te zeggen omdat je de andere woorden bent vergeten
B
Om extra nadruk te leggen
C
Om terug te verwijzen naar dingen, personen, etc.
D
Omdat 't makkelijk is lol

Slide 5 - Quizvraag

Wederkerend voornaamwoord

He accidentally cut ....
A
themselves
B
himself
C
herself
D
itself

Slide 6 - Quizvraag

Vul het juiste wederkerende voornaamwoord in:
The cat washes ______.
A
himself
B
itself
C
herself
D
myself

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het wederkerend voornaamwoord:

Sammy is four years old, but he can already dress ____.
A
itself
B
herself
C
himself

Slide 8 - Quizvraag

Vul het juiste wederkerende voornaamwoord in:
My father and I drive ____ to work.
A
myself
B
ourselves
C
ourself
D
themselves

Slide 9 - Quizvraag

wederkerend voornaamwoord

Most people talk to ... at least occasionally.
A
theirselves
B
myself
C
themselves
D
ourselves

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste wederkerende voornaamwoord in:
My sister likes ___ a lot.
A
ourselves
B
himself
C
themselves
D
herself

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het wederkerend voornaamwoord:

They organised the party ____.
A
herself
B
themselves
C
ourselves

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van het wederkerend voornaamwoord:

The bear washes ____.
A
myself
B
himself
C
itself

Slide 13 - Quizvraag

Wederkerende voornaamwoorden
in het enkelvoud
eindigen op ____
A
S
B
F
C
VES
D
ED

Slide 14 - Quizvraag

Wederkerende voornaamwoorden
in het meervoud
eindigen op __
A
ED
B
F
C
S
D
VES

Slide 15 - Quizvraag

Welk wederkerend voornaamwoord moet je op de puntjes gebruiken?
I bought lunch for ......
A
myself
B
himself
C
ourselves
D
itself

Slide 16 - Quizvraag

To do:
Page 23, 24,25 and 26
It's not a lot! Het zijn leesteksten, dus lijkt het alsof het veel bladzijdes zijn!
Exercises: 1,2,3,4,5 and 6.

Slide 17 - Tekstslide