Herhaling oefeningen Thema 5 Voeding

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

5.2 Noem 2 voorbeelden waarvan eetgewoontes afhankelijk zijn.

Slide 3 - Open vraag

Vegetariër 
Veganist

Slide 4 - Sleepvraag

5.3 We kunnen voedingstoffen op twee manieren indelen,
namelijk op ....
A
... hun functie en waar ze in zitten
B
... waar ze inzitten en hoe gezond ze zijn
C
... hoe gezond ze zijn en wat voor soort stof het is
D
... wat voor soort stof het is en hun functie

Slide 5 - Quizvraag

5.3 In welk van onderstaande antwoorden zien we alleen maar voedingsmiddelen?
A
Kaas, eiwitten en boter
B
Brood, pindakaas en boter
C
Koolhydraten, kaas en brood
D
Eiwitten, pindakaas en kaas

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Voedingstoffen kunnen verschillende functie hebben,
ze kunnen namelijk dienen als ....
A
bouwstof of brandstof
B
brandstof, reservestof of bouwstof
C
reservestof, beschermende stof of bouwstof
D
reservestof, beschermende stof, bouwstof of brandstof

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Brandstoffen
Bouwstof
Beschermende stof
Reservestof

Slide 11 - Sleepvraag

Brandstoffen
Bouwstof
Beschermende stof
Reservestof

Slide 12 - Sleepvraag

Brandstoffen
Bouwstof
Beschermende stof
Reservestof

Slide 13 - Sleepvraag

Brandstoffen
Bouwstof
Beschermende stof
Reservestof

Slide 14 - Sleepvraag

Brandstoffen
Bouwstof
Beschermende stof
Reservestof

Slide 15 - Sleepvraag

Brandstoffen
Bouwstof
Beschermende stof
Reservestof

Slide 16 - Sleepvraag

5.4 Hoeveel voeding je per dag nodig hebt hangt af van ...
A
... of je een jongen of meisje bent
B
... of je veel aan sport doet
C
... of je licht of zwaar gebouwd bent en je lengte
D
... je leeftijd

Slide 17 - Quizvraag

De hoeveelheid energie die je op een dag nodig hebt is je energiebehoefte.
Wat is de eenheid van energie?
A
Kilogram
B
BMI
C
Kjoule
D
Procent

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

5.4 Wat heb je nodig voor het berekenen van je BMI?
A
Alleen je lichaamsgewicht
B
Je lichaamsgewicht en energiebehoeftes
C
Je lichaamsgewicht en lichaamslengte
D
Alleen je lichaamslengte

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

5.5 Uit welke 5 schijven bestaat de schijf van 5?

Slide 22 - Open vraag

5.5 Olijfolie, halvarine en andere vloeibaar vet bevat veel ...
A
Onverzadigd vet
B
Water
C
Verzadigd vet
D
Vitaminen

Slide 23 - Quizvraag

5.5 Te veel verzadigd vet vergoot de kans op een hart- en vaatziekte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

5.6 Schimmels of bacteriën?
1. Yoghurt wordt gemaakt met behulp van melkzuur...... .
2. ....... maken tijdens het gisten alcohol.
A
1. Bacteriën 2. Schimmels
B
1. Bacteriën 2. Bacteriën
C
1. Schimmels 2. Bacteriën
D
1. Schimmels 2. Schimmels

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Zuur, zout en suiker zijn conserveringsmiddelen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Gepasteuriseerde melk is langer houdbaar
dan gesteriliseerde melk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide