In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
BS3 Beenverbindingen
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Je kan vier beenverbindingen beschrijven.
Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.
Je kan de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Beenverbindingen
4 verschillende manieren waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn
Slide 3 - Tekstslide
4 verschillende beenverbindingen
Slide 4 - Tekstslide
Welke beenverbinding kun je NIET bewegen?
timer
0:20
A
Gewricht
B
Naadverbinding
C
Kraakbeenverbinding
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad
Slide 6 - Quizvraag
Welke beenverbinding is R?
A
Vergroeid
B
Naadverbinding
C
Kraakbeen
D
Gewricht
Slide 7 - Quizvraag
Welke beenverbinding zit er tussen de wervels?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht
Slide 8 - Quizvraag
Welke soort beenverbinding is het meest beweeglijk?
A
Vergroeïng
B
Naadverbinding
C
Kraakbeenverbinding
D
Gewricht
Slide 9 - Quizvraag
Beenverbindingen
Kraakbeen
Beetje beweeglijk
Tussen rib + borstbeen, tussen wervels,…
Vergroeiing
Onbeweeglijk
Tussen heiligbeenwervels, tussen staartbeenwervels
Naadverbinding
Onbeweeglijk
Tussen schedelbeenderen
Gewrichten
Heel beweeglijk
Schoudergewricht, kniegewricht,….
Slide 10 - Tekstslide
Bouw gewrichten
Slide 11 - Tekstslide
Bouw gewrichten
1. gewrichtskapsel
houdt de twee botten bij elkaar
maakt gewrichtssmeer
2. gewrichtssmeer: zorgt dat botten soepel kunnen bewegen 3. kraakbeenlaagje: beschermt het bot tegen slijtage en zorgt voor soepele beweging 4. gewrichtskom 5. gewrichtskogel kapselbanden (niet bij alle gewrichten)
zorgen voor extra stevigheid, houden botten op z’n plaats