2.4 Het Lötschendal (deel 1)

Vandaag
2.4 Het Lötschental (deel 1)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
2.4 Het Lötschental (deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid  
Plannen
Lesdoelen 
Terugblik
Instructie 
Aan de slag




Slide 2 - Tekstslide

Plannen
WB §2.4 vraag 1, 3, 6 (blz 37/38)


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een hooggebergte is
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid, inrichting van het landschap en reliëf. 

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
Droge lucht

Slide 5 - Sleepvraag

Waar liggen de tropen ook alweer?
tussen...
A
10°N.B. en 10°Z.B.
B
13,5°N.B. en 13,5°Z.B.
C
17°N.B. en 17°Z.B.
D
23,5°N.B. en 23,5°Z.B.

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is het koud op de noordpool?
A
De zonnestralen vallen schuin in en verwarmen een groot oppervlak
B
De zonnestralen vallen loodrecht, verwarmen een klein oppervlak
C
De zonnestralen leggen een lange weg af naar de polen
D
Ze zonnestralen leggen een korte weg af naar de polen

Slide 7 - Quizvraag

De boomgrens is...
A
10 graden in de zomer
B
10 graden in de winter
C
0 graden in de zomer
D
0 graden in de winter

Slide 8 - Quizvraag


In de taiga groeien grassen, mossen en lage struikjes.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag


In de taiga is het in de winter kouder dan gemiddeld -3 °C.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Wat is "de toendra"?
A
Naaldbos in poolstreek
B
Loofbos in poolstreek
C
Boomloos gebied in poolstreek
D
Taiga in poolstreek

Slide 11 - Quizvraag

Rond welke breedtegraden ligt het Noordpoolgebied?
A
Rond de 0 graden
B
Tussen de 35 en 40 graden NB
C
Tussen de 75 en 90 graden NB
D
Rond de 50 graden NB

Slide 12 - Quizvraag

De toendra ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 13 - Quizvraag

Het is nooit boven 10°C op Groenland omdat:
A
Er geen bomen groeien
B
De invalshoek van de zon heel schuin is
C
De zon loodrecht staat boven Groenland
D
De Inuit het graag koud hebben

Slide 14 - Quizvraag

De bevolking woont verspreid over het hele eiland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In de zomer is de bodem altijd drassig door:
A
De toendra
B
De taiga
C
De boomgrens
D
De permafrost

Slide 16 - Quizvraag

De toendragebieden op aarde worden bedreigd door
A
Teveel toeristen die rommel achterlaten
B
Uitsterven van de walvissen en zeehondjes
C
Broeikaseffect , opwarming van de aarde
D
Teveel sneeuwval

Slide 17 - Quizvraag


Permafrost is blijvend bevroren ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Wat doen toeristen die naar de Alpen op vakantie gaan?

Slide 19 - Woordweb

Het lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen 
(= reliëf) en aan het einde een gletsjer.

Gletsjer: Enorme ijsmassa die 
langzaam naar beneden schuift. 

Slide 20 - Tekstslide

Hooggebergte
  • Een berg hoger dan 1500 meter
  • de meeste bergen in de Alpen zijn hooggebergte
  • Nederland kent geen hooggebergte

Slide 21 - Tekstslide

Reliëf
  • hoogteverschillen in het landschap
  • wordt aangegeven met verschillende kleuren

Slide 22 - Tekstslide

Reliëf
  • Groen : Laagland 0 – 200 m
  • Geel :  Heuvelland 200 – 500 m
  • Lichtbruin : Middelgebergte 500 – 1500 meter
  • Donkerbruin :  Hooggebergte vanaf 1500 meter

Slide 23 - Tekstslide

Gletsjer
  • een dikke ijsmassa die onstaat als sneeuw bovenop een berg niet smelt
  • Dit schuift langzaam, onder druk, naar beneden

Slide 24 - Tekstslide

Dubbelseizoen
  • toeristen komen het hele jaar door
  • zomers voor bijv: wandelen of fietsen
  • 's winters voor bijv: skiën en snowboarden

Slide 25 - Tekstslide

Het Lötschental
Gletsjer
Gletsjer = Een enorme ijsmassa die langzaam naar het dal schuift.

Zomer
Winter

Slide 26 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?
Je mag het antwoord zo geven. Eerst goed kijken.

Slide 27 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?

Slide 28 - Woordweb

Bevolkingsdichtheid en reliëf

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een hooggebergte is
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid, inrichting van het landschap en reliëf. 
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen. 

Slide 30 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Aan de slag!
WB §2.4 
vraag 1, 3, 6 (blz 37/38)








   



Slide 32 - Tekstslide