Bouwen in het klein

Bouwen in het klein
opdracht leerjaar 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bouwen in het klein
opdracht leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord maquette?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Bouwen in het klein

Mensen bouwen huizen om een veilige plek te hebben: beschut tegen wind, regen en sneeuw, en beschermd tegen indringers. Maar je wil je er ook thuis voelen. Je kunt van alles doen in zo’n huis, daar zijn speciale kamers voor: een slaapkamer om te slapen, een badkamer, een keuken, een zitkamer… Sommige mensen hebben zelfs nog een extra eetkamer, of een “salon”. Rijke mensen hadden vroeger (en misschien sommigen nog) een muziekkamer, een bibliotheek. Tegenwoordig hebben de meeste mensen dat allemaal bij elkaar in de woonkamer. Wat zou jij handig vinden in een huis?

Slide 4 - Tekstslide

Als je zelf een huis zou willen laten bouwen geef je een opdracht aan een architect. Met hem of haar bespreek je dan eerst het programma van eisen
Dit is een lijst van dingen die jij voor jouw huis wil hebben. 

Dat kan gaan om de functie en het formaat van het gebouw of de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn. Maar het gaat ook gewoon om welke kamers je wil en waar die moeten komen, hoeveel ramen en deuren, welke materialen je mooi vind, hoe de vormgeving moet worden enzovoort. Met het programma van eisen gaat de architect aan de tekentafel zitten om het gebouw te ontwerpen. Dit gebeurt door middel van tekeningen die verschillende aanzichten       hebben, en er wordt een maquette        gemaakt. Dit is een ruimtelijk model op schaal zodat je een nog betere indruk van het ontwerp krijgt.

In de architectuur is het programma van eisen een document waarin de opdrachtgever aan de architect aangeeft wat de eisen en wensen zijn voor het gebouw dat ontworpen moet worden.

Slide 5 - Tekstslide

OPDRACHT

Ontwerp en maak een maquette voor een vrijstaand woonhuis met moderne vormgeving.
Het gaat om het exterieur, niet om het interieur. 
Lengte, breedte en hoogte mogen variëren binnen 50cm³.

Slide 6 - Tekstslide

Architectuur
"Architectuur is de kunst van het ontwerpen van de gebouwde omgeving: gebouwen, interieurs, landschappen en steden."

Slide 7 - Tekstslide

Architectuur
Is architectuur kunst?

Ja! Toegepaste kunst. 
Kunst met een gebruiksdoel
Esthetisch én functioneel.

Slide 8 - Tekstslide

Architectuur

Belangrijke stromingen laatste 100 jaar:

- Modernisme

- Structuralisme

- Postmodernisme

- Neotraditionalisme

- Supermodernisme

Slide 9 - Tekstslide

Modernisme

- Vanaf 1920

- Functioneel

- Form follows function

- Geen decoraties

- Moderne materialen

- Villa Savoye / Le Corbusier

Slide 10 - Tekstslide

Structuralisme

- Reactie op modernisme

- Kleinschalig

- Menselijke maat

- Kleine eenheden

- Geometrische vormen

- De Kasbah / Piet Blom

Slide 11 - Tekstslide

Postmodernisme

- Reactie op modernisme

- Uitbundige kleuren

- Vrije vormen / speels

- Vormen uit verleden

- Piazza d'Italia / Charles Moore

Slide 12 - Tekstslide

Neotraditionalisme

- Eind 20e eeuw

- Reactie op modernisme

- Retro: stijlen uit verleden

- Kleinschalig ("dorps")

- "Traditioneel Hollands"

- De Compagnie / Rotterdam

Slide 13 - Tekstslide

Supermodernisme

- Vanaf 2000
- Strak en industrieel

- Digitaal ontworpen:
   opvallende vormen

- Statement

- CCTV / Rem Koolhaas


Slide 14 - Tekstslide

Hoe kijk je naar gebouwen?

- Functie: waarvoor wordt het gebouw gebruikt? Zie je dat terug in ontwerp?

- Vorm: omschrijf wat je ziet.

- Omgeving: past het wel of niet in de omgeving? Wat zegt dat?

- Materiaal: eerst stenen/hout (massief), toen  marmer (luxe), toen beton,
   staal en glas (nieuwe mogelijkheden en licht/modern).

- Constructie: wat zit erachter / er in?

- Visie: waarom heeft de architect het zo gemaakt? Wat is het idee?

Slide 15 - Tekstslide



Le Corbusier,
geboren als Charles-Édouard Jeanneret-Gris,

6 oktober 1887 was een
Zwitsers-Frans architect en stedenbouwkundige.



 Zijn betekenis en invloed voor het Nieuwe
Bouwen
en de Internationale Stijl waren zo
groot dat hij soms de 'architect van de 20e eeuw' wordt genoemd. Zijn werk
oogstte veel lof, maar ook veel kritiek



Slide 16 - Tekstslide

STAPPEN

  •  ontwerp voor je maquette te komen. 
  • Maak 3 verschillende idee ontwerpen, zet duidelijk alle maten er bij
  • Bespreek met wie je deze opdracht wilt uitvoeren welk(e) (combinatie van) ontwerp(en) jullie gaan uitvoeren.
  • Bespreek de verdeling van de taken binnen het groepje.
  • Je krijgt samen de zelfde  cijfers voor het werkstuk.

Slide 17 - Tekstslide

MOODBOARD

  • Brainstorm: schrijf een zo uitgebreid mogelijk programma van eisen (waar moet het woonhuis aan voldoen).
  • Zoek plaatjes van inspirerende vormen, constructies en bouwelementen. 
  • Zoek naar moderne (architectonische) vormen.
  • Maak één duidelijke werktekening; laat ruimtelijk, of met aanzichten, alle kanten van het woonhuis zien. Laat ook details zien.
  • Onderzoek welk aanvullend materiaal jullie kunnen gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide

MATERIALEN, GEREEDSCHAPPEN EN TECHNIEKEN


Wit beplakt pelkarton, wit glanskarton en wit papier. Je mag voor details (zoals een wand of een luifel of iets dergelijks) één aanvullend materiaal gebruiken. Je mag één accentkleur verf gebruiken.
Liniaal, mes, schaar, kwast.
Knippen, snijden, ritsen, rillen, plakken, schilderen.

Slide 19 - Tekstslide

Inspiratie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Upload hier een foto van jullie maquette.

Slide 22 - Open vraag