Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Hoofdstuk 3 - Personeelskosten
Hoofdstuk 3 - Personeelskosten
Financieel
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Financieel
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quiz
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3 - Personeelskosten
Financieel
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Na deze les kun je:
In eigen woorden uitleggen wat bruto-brutoloon is.
Nettolonen, brutolonen en bruto-brutolonen berekenen.
Uitleggen waaruit loonheffingen bestaan.
Voorbeelden geven van volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
Uitleggen waar personeelskosten worden opgenomen in de exploitatiebegroting
Slide 2 - Tekstslide
Lonen
Bruto-brutoloon
Brutolonen + extra kosten werkgever
Werknemersverzekeringen, vakantiegeld en dertiende maand
Brutominimumloon -> 21 jaar en ouder
Nettoloon = brutoloon - belastingen en premies
Slide 3 - Tekstslide
Opbouw bruto-brutoloon
Bruto-brutoloon = 130%
Werkgeversverzekeringen, vakantiegeld
en dertiende maand = 30% (gemiddeld) +
Brutoloon = 100%
Slide 4 - Tekstslide
Bruto minimum (jeugd)loon
Slide 5 - Tekstslide
Nettoloon werknemer
Loonheffingen
Loonbelasting
Premie volksverzekeringen
AOW, ANW en AWBZ
Premie werknemersverzekeringen
ZW, WIA en WW
Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
Slide 6 - Tekstslide
Loonbelasting
Slide 7 - Tekstslide
Volksverzekeringen
AOW = Algemene Ouderdoms Wet
ANW = Algemene Nabestaande Wet
Wlz = Wet langdurige zorg
Werkgever betaald niet mee aan Volksverzekeringen
Slide 8 - Tekstslide
Werknemersverzekeringen
ZW = Ziektewet
WIA = Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WW = Werkloosheidswet
Worden betaald door werkgever
Slide 9 - Tekstslide
Zorgverzekeringswet
Werkgever betaalt grootste deel van premies
Daarnaast ook zelf premie betalen aan zorgverzekeraar
Basisverzekering
Slide 10 - Tekstslide
Van bruto-brutoloon naar netto uitbetaling
Bruto-brutoloon
Werkgeversverzekeringen, vakantiegeld en dertiende maand
-
Brutoloon
Loonheffing en werknemersverzekeringen -
Overige inhoudingen
-
Nettoloon
Reiskosten en/of andere vergoedingen
+
Uitbetaling (per bank)
Slide 11 - Tekstslide
Berekening bruto-brutoloon
Bruto-bruto personeelskosten = 34 x 39,95 x 1,31 = €1.779,37
Slide 12 - Tekstslide
Berekening bruto-brutoloon
Slide 13 - Tekstslide
Exploitatiebegroting
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken opdrachten hoofdstuk 3
Ben je klaar? Ga verder met de competentieopdracht op blz. C25. Klaar met de competentieopdracht? Ga wat voor een ander vak doen.
Mag samenwerken met buurman/buurvrouw
Mag met muziek/oortjes in werken
Slide 15 - Tekstslide
Geef mijn tenminste één tip en één top bij de lessen van afgelopen periode.
Geef ook aan wat en waarom je iets goed of minder goed vindt.
Slide 16 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Hoofdstuk 3 - Personeelskosten
Februari 2023
- Les met
15 slides
Financieel
MBO
Studiejaar 2
Hoofdstuk 3 Financiële kosten TRL 3B
November 2021
- Les met
23 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
BE MR2A Hoofdstuk 3 personele kosten
November 2021
- Les met
32 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
Hoofdstuk 10 - personeelskosten
Februari 2023
- Les met
39 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
Les 3 - 16.5/16.6
Oktober 2021
- Les met
16 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Personeelskosten
29 dagen geleden
- Les met
22 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 2
Kennismaken met de Economische dimensie
November 2023
- Les met
12 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
Hfdst. 5.5 personeelskosten
Oktober 2021
- Les met
11 slides
financieel 1
MBO
Studiejaar 2