Een andere benaming voor het estheticisme, de opvatting dat kunst iets moois dient te zijn en geen andere functie mag hebben dan kunst te zijn, is:
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Een andere benaming voor het estheticisme, de opvatting dat kunst iets moois dient te zijn en geen andere functie mag hebben dan kunst te zijn, is:
Slide 1 - Open vraag
Het tijdschrift dat de Tachtigers oprichtten in 1885 heette
A
Barbarber
B
De gids
C
De nieuwe gids
D
De Revisor
Slide 2 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het impressionistische taalgebruik?
A
Archaïsmen
B
Beelspraak
C
Litotes
D
Neologismen
Slide 3 - Quizvraag
Het noodlot is in deze stroming iets bovennatuurlijks, iets buiten de mens zelf.
A
impressionisme
B
naturalisme
C
neoromantiek
D
symbolisme
Slide 4 - Quizvraag
'Dood' is een thema dat veel voorkomt in neoromantische werken.
A
Niet waar
B
waar
Slide 5 - Quizvraag
Zo heet de cultuurbeweging die tijdens WO-I tot ontwikkeling kwam.
A
Expressionisme
B
Fin de siècle
C
Modernisme
D
Vitalisme
Slide 6 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van expressionistische schilderkunst?
A
Accent op gevoel i.p.v. de waarneming
B
Abstract
C
Lastig te begrijpen
D
Sober
Slide 7 - Quizvraag
Welke begrip hoort bij de omschrijving: 'gedichten waarin het niet gaat over het weergeven van concrete inhoud, maar waarin een sfeer / beeld wordt opgeroepen.
A
Historische avant-garde
B
Poésie pure
C
Fauvisme
D
Vitalisme
Slide 8 - Quizvraag
Vita betekent (vitalisme)?
Slide 9 - Open vraag
Welke dichter hoort bij het vitalisme?
A
Herman Gorter
B
Willem Kloos
C
Hendrik Marsman
D
Frederik van Eeden
Slide 10 - Quizvraag
§58: Bordewijk
§56: Constructivisme wordt uitgelegd bij Blokken (1931)
Slide 11 - Tekstslide
F. Bordewijk (1884-1964)
Nieuwe zakelijkheid(korte, bondige zinnen, OPA-constructies, samentrekkingen --> zakelijke stijl)
Advocaat in de eerste plaats, daarna pas schrijver
Thematiek / motieven: macht en tucht
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Bint (1934)
- Autoritaire schooldirecteur Bint
- Nieuwe leraar De Bree
- Bint veroorzaakte opschudding omdat men Bordewijk verweet een fascistische doctrine op scholen te bepleiten.