Bint

Bint bespreken
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bint bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur  1914-1940
modernisme: expressionisme
Nieuwe zakelijkheid (reactie op expressionisme): gewapend betonstijl. aan levenloze objecten wordt gegeven, en hij hanteert een ongewone woordvolgorde in voornamelijk korte zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

F. Bordewijk
Blokken, Bint, Karakter

 Stijl: korte zinnen,afwijkende zinsbouw
  • Nieuwe zakelijkheid?
Beschrijvingen soms visionair en fantastisch 
  • Expressionisme?

Ouders uit kunstenaarsverzet. 
Zelf niet bij de Kultuurkamer tijdens de oorlog --> Bezige Bij ondergronds. 
Na de oorlog lid van Ereraad


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bint: expressionisme


Het expressionistische karakter van Bint blijkt uit bepaalde schrijftechnieken, zoals het gebruik van korte en krachtige zinnen om een vervormd beeld van de werkelijkheid op te roepen. Ook maakt hij gebruik van beeldspraak waarbij leven aan levenloze objecten wordt gegeven, en hij hanteert een ongewone woordvolgorde in voornamelijk korte zinnen.






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bint: nieuwe zakelijkheid
Koel, nuchter, zakelijk en hard.
Reportage-achtige stijl.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We lezen tot en met hoofdstuk 'De strafdag'

Let op: 
-de stijl van Bordewijk :
onderstreep beeldspraak, archaïsche of niet bestaande woorden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe merkt De Bree al in de eerste seconden van de les dat De Hel hem wil uitproberen?
A
Ze hebben zijn bureau naar de rand verplaatst.
B
Ze zitten niet volgens de plattegrond.
C
Ze hebben zijn stoel verstopt.
D
Ze hebben het lokaal verbouwd.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef twee voorbeelden van beeldspraak uit het stuk dat we hebben gelezen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de stijl van Bordewijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bordewijk gebruikt veel archaïsche woorden. Welke woorden heb je opgeschreven? Wat is de betekenis?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor heeft de school van Bint al drie jaar geen nieuwe leerlingen meer?
A
Er zijn te weinig docenten.
B
Te veel concurrentie met een andere school.
C
De school wil bewust heel klein blijven.
D
Veel mensen vinden de school te streng.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Bree zijn denken was hoekig en norsch. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De wind danste lomp om de hoeken. De boersche reuzin viel over hem met de volle vracht van natte kleeren. De Bree kampte even. Dit was een voorpostgevecht. Hij wist ongeveer waar hij heen ging. Hij had er van gehoord. Hij bereikte het plein met onvertraagden tred door de kolking der tochtgaten. Het plein was rechthoekig, gekoolgruisd het midden in een lijst van keien. Een enorme doode heester, en anders niet, op de verkoolde aarde, de muziektent. Drie hooge wallen van huizen, glas meer dan steen, smal glas tusschen smaller steen, de ramenvolte van armoehuizen.
Uit: Bint - F. Bordewijk (1931)
A
Personaal (hij/zij) perspectief
B
Alwetend perspectief
C
Ik-perspectief

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We lezen tot en met hoofdstuk 'De samenkomst, de toespraak'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe reageert De Bree als 'de hel' vrede wil sluiten?
A
Hij zegt 'nee'.
B
Hij zegt 'ja'.
C
Hij moet hard lachen.
D
Hij sluit hen in de armen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou de school best geheten kunnen hebben als je kijkt naar Bints ideeën over onderwijs?
A
De klimop
B
De regenboog
C
De pionier
D
De zonnewijzer

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke klas heeft De Bree het meeste respect?
A
De bloemen
B
De grauwen
C
De hel
D
De bruinen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk hoofddoel is de nieuwe werkster aangenomen?
A
Om de school netjes te houden.
B
Om het mannen- en vrouwenquotum gelijk te krijgen.
C
Om haar werk te verschaffen, dus uit naastenliefde.
D
Om de conciërge weg te krijgen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de leerling Van Beek?
A
Hij vermoordt een medeleerling.
B
Hij vermoordt een docent.
C
Hij pleegt zelfmoord.
D
Hij steekt de school in brand.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de 'menselijke' kant van Bint?
A
Hij zorgt voor zijn familie.
B
Hij probeert de conciërge aan de schoonmaakster te koppelen.
C
Hij is vriendelijk tegen zijn personeel.
D
Hij luistert goed naar de ouders van leerlingen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar doet De Bree onderzoek naar?
A
de vrouw
B
de geleerde vrouw
C
de school
D
de stad

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerling Van Beek dreigt zich van kant te maken als hij geen voldoende krijgt. Wat gebeurt er in de vergadering?
A
Iedereen leeft met Van Beek mee, omdat zijn vader is overleden.
B
Ze geven hem het voordeel van de twijfel, omdat hij het thuis moeilijk heeft.
C
Ze discussiëren er vervolgens een halfuur over.
D
De leerling krijgt een drie.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat eist Bint van de leraar en de leerling?
A
De leraar moet zich buigen naar de leerling en zich in hem inleven.
B
De leraar mag niet dalen en de leerling moet klimmen.
C
De leerling moet zich inleven in de leraar en andersom.
D
De leraar moet dalen en leerling moet klimmen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil Bint van de leerlingen maken?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oorzaak van het verzet volgens Bint?
A
De dood van Van Beek
B
De tijd
C
Fléau
D
Het regime van orde en tucht

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er ontstaat oproer. Er vindt een gevecht plaats. Wie vecht tegen wie?
A
Leerlingen tegen docenten.
B
De hel tegen de docenten.
C
De hel tegen de andere klassen.
D
De grauwen en bloemen tegen de bruinen en de hel.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn er weg na de oproer?
A
Fléau en een paar oproerkraaiers
B
De conciërge en Fléau
C
De conciërge en de werkster
D
De conciërge, de werkster, Fléau en een paar oproerkraaiers

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom greep de hel in?
A
Klotterbooke had op verzoek van Bint de klas voor de opening van de school al opgeroepen.
B
De klas wilde graag vechten en besloot samen tegen de rest te gaan vechten.
C
4D erkent het systeem van Bint, was het systeem.
D
De klas had geen idee wat er gebeurde en deed maar wat.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het besluit van Bint over onderwijs en maatschappij?
A
Het onderwijs sluit slecht aan op de maatschappij. Je moet het onderwijs veranderen of de maatschappij.
B
Er moet op scholen meer verteld worden over de maatschappij in gouden eeuw en de tijd toen.
C
De maatschappij sluit slecht aan op het onderwijs. De maatschappij moet veranderen.
D
De maatschappij is onrustig en dat komt door het onderwijs.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'het systeem van Bint'?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Titel en tucht 
1. Welke passage is het keerpunt van de roman?
2. Bordewijk wordt wel verweten dat hij een bewonderaar zou zijn van de opvattingen van Bint, die doen denken aan fascisme en nationaalsocialisme. Hoe kun je dat weerleggen of ondersteunen met de inhoud van het boek?
3. De titel van het boek luidt: Bint:roman van een zender. Hoe kun je de ondertitel interpreteren? Leg uit.
4. Wat wil Bint bereiken met tucht in de school?


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het keerpunt in de roman?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil Bint bereiken met orde en tucht?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tucht
Tucht is voor Bint dus niet een doel op zichzelf. Enerzijds leert het kind gehoorzaamheid: erkenning van en vrees voor de bestaande macht, bereidheid tot luisteren en het volgen van aanwijzingen. Anderzijds leert het zelftucht, bewustzijn van de eigen wil, opdat later grootse daden verricht kunnen worden. Wie anderen wil leiden moet zichzelf kunnen leiden. Bint wil een kweek van maatschappelijke 'reuzen' maken.

Scholing is van secundair belang; karaktervorming, daar gaat het om. Alleen als zijn leerlingen gebruik weten te maken van wat ze geleerd hebben, als ze weten wat ze willen en er alles voor over hebben om dat te realiseren, dan zullen ze slagen. Juist de leerlingen van «de hel», aan het begin van de roman de ergste, meest gevreesde klas van de school, lijken daartoe aan het eind van het boek in staat. Bint zelf faalt: hij provoceert de zelfmoord van een leerling en treedt daarom af, maar zijn tuchtsysteem lijkt hem te overleven.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages en namen 
5. Hoe noemt De Bree zijn klassen en wat is het karakter van deze klassen?
6. Noteer de namen van de leerlingen uit de klassen en hun karakteristieke eigenschappen. 
7. Welke naam valt op en waarom zou Bordewijk hiervoor gekozen hebben?
8. Waarom zou Bordewijk voor de symbolische naam 'Bint' hebben gekozen?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Hoe noemt De Bree zijn klassen?
Zet achter de namen het karakter van de klas.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6. De klassen
De hel:


Klas 4D is het voorbeeldproduct van Bint’s tuchtsysteem. Zij staan volledig achter het systeem en ontwikkelen zich tot een soort eliteklas.
De bloemen:
vredige klas met allemaal individuen;  een tegenpool van ‘de hel’.
De grauwen:
De leerlingen uit deze klas zijn goedaardig. Ze werken hard, maar zijn kleurloos en slecht.
De bruinen:
heel leergierige klas.












Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. De naam Van Beek valt op binnen deze bijzondere namen. Waarom zou Bordewijk zo'n naam gekozen hebben voor deze persoon?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alleen de leerling Van Beek heeft een normale naam, en hij is dan ook de enige 'normale'. Hij is zo normaal dat hij op de school van Bint helemaal niet op zijn plaats is en zelfmoord pleegt na een slecht rapport.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Bint heeft een symbolische naam.
Waar zou deze naam voor staan?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Titel
Die titel is én de naam van directeur Bint, volgens de ondertitel een zender, én een gewoon woord, homofoon met ‘bind’ zowel als ‘bindt’ en volgens het woordenboek voorzien van velerlei betekenissen, zoals een trekbalk in een dakkap-constructie die de hele boel bij elkaar houdt. Zo'n metafoortheorie verheldert het antwoord op de vraag: Wat en wie is Bint/Bint/bint/bindt/bind en wat bindt deze?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stijl en vergelijking
9. Welke stijlkenmerken van de nieuwe zakelijkheid en het expressionisme zie je terug in het werk van Bordewijk?
10. Een sleuteltekst in Bint is de passage waarin Bint eist dat niet de leraar afdaalt door zich in te leven in het kind, maar dat het kind ‘klimt’ door zich in te leven in de leraar. Deze opvatting is nu in strijd met de tijdgeest, maar kun je daarin nog iets positiefs ontdekken?
11. Vind je dat het huidige onderwijssysteem dat zeer kindgericht is, wel wat van Bint kan gebruiken? Waarom? Of waarom niet?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Welke stijlkenmerken zie je terug van de nieuwe zakelijkheid en welke van het expressionisme?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de vakantie wil De Bree vertrekken van de school. Bint vraagt hem te blijven.
A
De Bree wil niets meer met Bint te maken hebben.
B
De Bree bedankt Bint en blijft.
C
De Bree wil niet blijven, maar komt hier in de vakantie op terug.
D
De Bree twijfelt, maar besluit toch niet terug te komen.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom neemt Bint ontslag?
A
Het is om Van Beek
B
Hij gelooft niet meer in orde en tucht
C
Hij merkt dat zijn werk niet gewaardeerd wordt door ouders en leerlingen
D
Hij heeft een andere baan

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak hoort niet bij het slot?
A
De Bree vindt het moeilijk te begrijpen dat Bint wroeging heeft.
B
De Bree zet het systeem van orde en tucht voort
C
Bint is toch vereerd met de aandacht voor hemzelf.
D
Leerlingen van De hel komen meteen in opstand als De Bree de teugels laat vieren

Slide 46 - Quizvraag

Hij wil alleen liefde voor de school.
10 en 11
Wat zou het onderwijs van nu kunnen meenemen uit deze roman?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor de toets
  • Lexicon (ELO)
  • Aantekeningen en passages     herlezen 
  • Bespreek met anderen de roman   om deze beter te begrijpen

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je het werk geven op een schaal van 0 tot 100?
0100

Slide 49 - Poll

Deze slide heeft geen instructies