Proton en deuterium vormen helium-3 kern + gamma straling
Slide 17 - Tekstslide
6a. In de natuur geldt behoud van lading. Welk deeltje zorgt er voor dat de lading in vergelijking I behouden blijft? Hoe ontstaat dit deeltje?
Slide 18 - Tekstslide
6b. In vergelijking IV is de massa van de heliumkern lager dan de massa van de afzonderlijke protonen en neutronen waaruit de kern is opgebouwd. Bepaal met behulp van Binas dit zogenaamde massadefect.
Slide 19 - Tekstslide
In vergelijking IV is de massa van de heliumkern lager dan de massa van de afzonderlijke protonen en neutronen waaruit de kern is opgebouwd. Bepaal met behulp van Binas dit zogenaamde massadefect.
Slide 20 - Open vraag
E = de energie in joules (J) m = de massa in kilogrammen (kg)
c = de lichtsnelheid in meters per seconde (m/s)
6c. Bereken hoeveel energie vrijkomt in de protonencyclus.
E=m⋅c2
Slide 21 - Tekstslide
Bereken hoeveel energie vrijkomt in de protonencyclus.
Slide 22 - Open vraag
De Zon straalt met een vermogen van ongeveer 3,90 x 1026 J/s. Gebruik Binas en bereken hoe lang de Zon met dit vermogen kan stralen. Neem bij je berekening aan dat alle waterstof in de Zon kan worden omgezet in helium.