Bestuiving

Bestuiving & bevruchting

1 Havo/Atheneum
Thema 7 - Basisstof 2 & 3
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bestuiving & bevruchting

1 Havo/Atheneum
Thema 7 - Basisstof 2 & 3

Slide 1 - Tekstslide

Vorige keer hebben we het over bloemen gehad met hun meeldraden en stamper en dat dat eigenlijk de geslachtdelen waren van een plant. Maar ja dan heb je een mannelijke en een vrouwelijke geslachtscel en dan?...
Vandaag gaan we dus verder kijken hoe planten zich voortplanten/nakomelingen maken. En de twee begrippen die we vandaag gaan behandelen zijn bestuiving en bevruchting.
Leerdoelen
Aan het eind van de les kunnen jullie:
  • Omschrijven wat bestuiving is en het verschil tussen de twee soorten bestuiving onderscheiden.
  • Het verschil tussen de twee soorten bloemen kunnen benoemen. 
  • Beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten plaatsvindt en  wat er in het vruchtbeginsel gebeurt na bevruchting.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee onderdelen van een bloem spelen ook alweer een rol bij de voortplanting van planten?
Stamper
Meeldraden
Kroonbladeren
Kelkbladeren

Slide 3 - Sleepvraag

Even kennis van de vorige les ophalen. Ik heb het net eigenlijk al verklapt, maar wat waren ook alweer de twee onderdelen van een bloem die een rol spelen bij de voortplanting van planten?
Vruchtbeginsel
Stempel
Stijl

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stuifmeelkorrels
Helmknop
Helmhokje
Helmdraad

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
  • Bestuiving
  • Zelfstandig werken
  • Bevruchting
  • Zelfstandig werken
  • Afronden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bestuiving
--> Stuifmeelkorrels op de stempel terecht komen van een bloem van dezelfde plantensoort

Stuifmeel van de ene plantensoort op de stempel van een andere plantensoort = geen bestuiving.


Slide 8 - Tekstslide

Wat is bestuiving? We spreken van bestuiving wanneer stuifmeelkorrels op de stempel terecht komen van een bloem van dezelfde plantensoort. 
Bestuiving

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbestuiving
--> Stuifmeel van een bloem op de stempel van een bloem van dezelfde plant.

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn twee soorten bestuivingen: zelfbestuiving en kruisbestuiving.
Zelfbestuiving wil zeggen dat de stuifmeel van een bloem op de stempel van een bloem terecht komt van dezelfde plant. 
Zelfbestuiving

Slide 11 - Tekstslide

Dit zijn dan toevallig tweeslachtige bloemen = Bloemen met zowel een stamper als meeldraden 

De stuifmeel van de ene bloem kan op de stempel terecht komen van een andere bloem maar wel van dezelfde plant. 

Het kan ook voorkomen dat de bloem letterlijk zichtzelf bestuift. En dus komt de stuifmeel terecht op de stamper van dezelfde bloem.

Zelfbestuiving voorkomen
Planten met eenslachtige bloemen  (mannelijke of vrouwelijke bloemen)
  • Eenhuizige planten (beide geslachten) --> eerst de ene bloem in bloei en dan pas de ander
  • Tweehuizige planten (bloemen van 1 geslacht) --> kan niet 

Slide 12 - Tekstslide

Vaak is het niet handig voor een plant dat hij zichzelf bestuift. Sommige planten hebben dat erg handig opgelost. 

Planten met eenslachtige planten, dus of bloemen met alleen meeldraden of bloemen met alleen stampers, hebben het zo opgelost. 
Een eenhuizige planten met mannelijke en vrouwelijke bloemen heeft het zo opgelost dat de bloemen niet tegelijk bloeien. De mannelijke bloem is dan bijvoorbeeld eerder in de bloei dan de vrouwelijke bloem. Wat er dan gebeurt is dat de stuifmeel nooit op de stamper van dezelfde plant terecht kan komen want de bloem met de stamper is nog niet in bloei. 

Bij tweehuizige planten spreken we sowieso niet van zelfbestuiving. Tweehuizige planten waren planten met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloemen. Zelfbestuiving kan alleen als het op dezelfde plant gebeurt, doordat het al verdeeld is in twee planten kan zelfbestuiving niet plaatsvinden. 

Zelfbestuiving voorkomen
Planten met tweeslachtige bloemen ( twee geslachten in 1 bloem)
  • Bouw van de bloem
  • Eigen stuifmeel herkennen

Slide 13 - Tekstslide

Hoe doen tweeslachtige bloemen het dan? Er zijn bloemen die hun bouw hebben veranderd om de kans op zelfbestuiving kleiner te maken. Op de afbeelding zie je dat de stamper hoger is dan de meeldraden en dat de meeldraden onder tegen de stamper aanzitten. De kans dat zijn eigen stuifmeel op de stempel terecht komt is dan kleiner.

Er zijn ook planten die hun eigen stuifmeel herkennen. De bestuiving heeft dan al wel plaatsgevonden maar de plant voorkomt dan dat de bevruchting gestopt word. In de tweede deel van les ga ik jullie vertellen wat bevruchting dan precies is. 

Slide 14 - Tekstslide

Naast zelfbestuiving is er ook kruisbestuiving.

Kruisbestuiving is wanneer de stuifmeel van de ene plant op een stempel terecht komt van een andere plant, maar wel van dezelfde plantensoort. 
Kruisbestuiving
--> Stuifmeel komt op de stempel van bloemen van een andere plant (wel dezelfde soort).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kruisbestuiving

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Insectenbloemen 
&
Windbloemen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insectenbloemen
  • Bestuiving door insecten, soms ook andere diertjes.
  • Grote opvallende kroonbladeren.
  • Geur en nectar.

Slide 18 - Tekstslide

Insecten bloemen heten zo omdat ze insecten nodig hebben voor bestuiving.
De stuifmeelkorrels plakken dan aan zo'n insect en als hij een andere bloem bezoekt kan er bestuiving plaatsvinden. 

Insecten bloemen hebbe grote en opvallende kroonbladeren om de insecten te lokken. Ook worden insecten gelokt door de geur en nectar van de bloemen. 
Insectenbloemen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windbloemen
  • Bestuiving door de wind.
  • Bloemen zijn klein en onopvallend.
  • Vaak groene kroonbladeren. 

Slide 20 - Tekstslide

Bij windbloemen vind de bestuiving plaats door de wind. De wind blaast en neemt de stuifmeelkorrels mee door de lucht en die komen dan op de stempels terecht van andere planten. 
Als je hooikoorts hebt, dan ben je allergisch voor de stuifmeel die door de lucht zweven. 
Windbloemen zijn vaan klein en onopvallend, want ze hoeven toch geen insecten te lokken. Ook zijn hun kroonbladeren vaak groen van kleur. 
Windbloemen

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ziet zo'n windbloem er dan uit. Dit is een grasbloempje. 
Gras maakt inderdaad ook bloemen aan. je staat er niet bij stil omdat zijn bloemen klein en onopvallend zijn. 
De meeldraden en stampers van windbloemen hangen vaak buiten de bloem zodat de bestuiving makkelijker gaat. 
Mais

Slide 22 - Tekstslide

Ik weet niet of jullie het je kunnen herinneren, in de klokhuisfilmpje van twee weken geleden hadden ze het ook over mais.
Mais is een windbloem want hij heeft geen insecten nodig voor de bestuiving. En zijn meeldraden en stampers hangen buiten de bloem. 
Bestuiving is de overdracht van 
van de 
van de

Naar de 
van de
1
2
3
4
5
Stamper
Stempel
Stuifmeel
Helmknop
Meeldraad

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Kruisbestuiving is...
A
Bestuiving in één bloem
B
Bestuiving van bloemen tussen verschillende plantensoorten
C
Bestuiving van bloemen van dezelfde plantensoort
D
Bestuiving op een andere bloem van dezelfde plan

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bloem is klein, onopvallend en heeft groene kroonbladeren.
Wat voor type bloem zal dit zijn?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf bestuiving
Kruisbestuiving
Geen bestuiving

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat voor bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij windbloemen zitten de stamper en meeldraden ...
A
In de bloem
B
Buiten de bloem

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van bestuiving?
Kruisbestuiving
Zelfbestuiving
(binnen eigen bloem)
Geen bestuiving
Geen bestuiving
Zelfbestuiving
Geen bestuiving

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Wat --> Maken opdracht 7 en 8 van Thema 7 - basisstof 2.
Hoe --> Alleen en rustig, steek je hand op als je vragen hebt.
Tijd --> 10-15 minuten.

Klaar --> Opdracht 9 maken van Thema 7 - basisstof 2 



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting
Het versmelten van de kern van de mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.

Slide 32 - Tekstslide

Mannelijke geslachtscellen zaten in die stuifmeelkorrels. 1 korrel bevat trouwens 1 geslachtscel. 
De vrouwelijke geslachtscel zat in de zaadbeginsel en de zaadbeginsel zat weer in de vruchtbeginsel van een stamper. 
Bevruchting
Kern van mannelijke 
geslachtscel
Kern van vrouwelijke geslachtscel
+
=
Bevrucht eicel

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Er vindt eerst bestuiving plaats. Vervolgens gaat de stuifmeelkorrel een stuifmeelbuis maken. 
Wist je nog dat ik zei dat sommige planten hun eigen stuifmeelkorrels herkennen? Als dat het geval is dan mag/kan de stuifmeelkorrel geen stuifmeelbuis maken. 
De stuifmeelbuis gaat via de stijl richting de vruchtbeginsel naar het zaadbeginsel waar de eicel in zit. 

Wanneer de stuifmeelbuis met de kern van de stuifmeelkorrel bij de eicel zijn, dan barst het uiteinde van de buis open zodat de kernen bij elkaar kunnen komen. Wanneer de kernen samen gesmolten zijn is er pas bevruchting. 
Na de bevruchting
De bevruchte eicel en zaadbeginsel gaan groeien.
  • Bevruchte eicel --> Kiem
  • Zaadbeginsel --> Zaad

Slide 35 - Tekstslide

Wat gebeurt er dan na een bevruchting. De bevruchte eicel en zaadbeginsel gaan dan groeien.  Het bevruchte eicel ontwikkeld zich tot een kiem, wat uiteindelijk tot een nieuwe plant kan groeien en de zaadbeginsel groeit dan uit tot zaad waar veel voedingstoffen worden opgeslagen voor de kiem. 

Wat is bevruchting
A
Als de stuifmeelkorrel op de stempel van de stamper terecht komt
B
Als de kernen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen samen smelten

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Zaadbeginsel
Bevruchting

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zaadbeginsel groeit na de bevruchting uit tot ...
De bevruchte eicel groeit uit tot ...
Zaad
Kiem

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Wat --> Maken opdracht 13 t/m 16 van Thema 7 - basisstof 3.
Hoe --> Alleen en rustig, steek je hand op als je vragen hebt.
Tijd --> 15 minuten.

Klaar --> Test jezelf maken van thema 7 (alleen wat al behandeld is)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les kunnen jullie:
  • Omschrijven wat bestuiving is en het verschil tussen de twee soorten bestuiving onderscheiden.
  • Het verschil tussen de twee soorten bloemen kunnen benoemen. 
  • Beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten plaatsvindt en wat er in het vruchtbeginsel gebeurt na bevruchting.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer
Vruchten en zaden en de verspreiding ervan.

Fijn weekend!

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies