Een voorbeeld van een juist antwoord is:
Qv = −300P + 120 heeft het snijpunt met de P-as bij P = 0,4.
Het consumentensurplus bedroeg bij een prijs van € 0,20
60 miljard × (0,4 − 0,2) × ½ = € 6 miljard.
De prijs voor groene stroom wordt € 0,18, waarmee de vraag naar groene stroom uitkomt op
Qv = −300 × 0,18 + 120 = 66 miljard kWh.
Het consumentensurplus wordt zodoende
66 miljard × (0,4 − 0,18) × ½ = € 7,26 miljard
Toename consumenten- en producentensurplus:
€ 7,26 − € 6 + € 0,63 = € 1,26 + € 0,63 = € 1,89 miljard;
dit is minder dan het subsidiebedrag