Thema 6 BS 5 zelfstandig
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de functie van wenkbrauwen?
A
Houdt zonnestralen tegen
B
Het ziet er mooi uit
C
Vocht kan niet in de ogen lopen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Waardoor 'rollen' tranen soms over je wangen heen?
A
De wimpers sturen tranen naar de wangen
B
Je wangen produceren ook traanvocht
C
Traanbuizen kunnen niet al het traanvocht afvoeren
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Het gekleurde deel in je oog noemen we ...?
A
De lens
B
De pupil
C
De iris
D
Het hoornvlies
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Waar dient de ooglens voor?
A
Zorgt dat licht op de gele vlek komt
B
Het houd de pupil altijd open
C
Beschermt het oog
D
Stuurt signalen naar het netvlies
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de gele vlek en de blinde vlek
A
De gele vlek is groter dan de blinde vlek
B
Blinde vlek heeft minder zintuigcellen
C
Een blinde vlek heeft geen zintuigcellen
D
De gele vlek is geel en de blinde vlek zwart
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Hoe ontstaat een impuls in het oog?
A
Een lichtimpuls raakt het netvlies
B
Zintuigcellen in netvlies reageren op lichtprikkel
C
De iris en de lens zetten prikkels om
D
Het licht wordt een impuls
