- gunstige omgeving: spanningen vermijden
- niet meegaan in de wereld van wanen en hallucinaties
- laten voelen aan de cliënt dat we zijn gedrag aanvaarden (acceptatie)
- relaties met deze zorgvragers uitwerken (vertrouwen, au sérieux nemen)
- hen aanzetten om het gezonde gedeelte van hun denken te gebruiken
We moeten echter niet meegaan in de onjuiste werkelijkheidsbeleving door bv. te zeggen dat we ook zien wat de zorgvrager (fout) ziet. Dat zou niet eerlijk zijn.
"dat kan voor jou zo zijn, maar ik merk dat niet"
Probeer hem af te leiden door hem op de werkelijkheid te betrekken:
- korte activiteiten die je samen met hem uitvoert
- praat ondertussen op een rustige manier over de dingen van nu