OAV 6 psychosespectrum

Jeugd- en gehandicaptenzorg
OAV
orthoagogische vraagstellingen

les 6
nabespreking film "ingewikkeld"
de rechtspositie van de patiënt

WELKOM!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Orthoagogische vaardighedenSecundair onderwijs

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jeugd- en gehandicaptenzorg
OAV
orthoagogische vraagstellingen

les 6
nabespreking film "ingewikkeld"
de rechtspositie van de patiënt

WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat 'ie vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

planning lessen
  • Les 6 (vandaag) psychosespectrum en stemmingsstoornissen
  • Les 7 SSLIVE afwerken stemmingsstoornissen (beperkt) + psychopathologie bij personen met een verstandelijke handicap + angststoornissen... tot 11u hmm... :)
  • Les 8 SCHOOL evaluatie thema's les 6 en 7 + dwangstoornissen

Paasvakantie

  • Les 9 psychogeriatrische stoornissen: dementie
  • Les 10: afwerken dementie + evaluatie dementie adhv casus en reflectie


Slide 3 - Tekstslide

vandaag
  • Intro: prevalentie (=voorkomen) van reeds geziene stoornissen
  • Psychosespectrum: film en voorbeelden koppelen aan kenmerken, oorzaken, impact, begeleiding van schizofrenie
  • Stemmingsstoornissen: depressie, intro

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel mensen krijgen doorheen hun leven minstens 1 keer deze stoornis? Plaats het witte vakje bij de juiste stoornis.
ADHD
ASS
autistische stoornis
schizofrenie
psychose
3 à 5 /100 bij jongeren
1 à 3 /100 bij volwassenen
1 / 200
1 / 1000
1 / 500
1/100

Slide 5 - Sleepvraag

psychose spectrum stoornissen
    kenmerken van psychose
    impact op zichzelf en de omgeving
    oorzaken
    behandeling
    begeleiding

Slide 6 - Tekstslide

psychose spectrum
psychose is een toestand die voorkomt bij of door ...
  • druggebruik
  • manisch-depressieve aandoening
  • schizofrenie (hierover gaat dit stukje les ook)
  • kortdurende psychotische stoornissen
  • oververmoeidheid of uitputting

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je nog over psychose?
- kenmerken, oorzaken, impact, ...
- denk aan de documentaire 'ingewikkeld'
- graag kernwoorden in aparte antwoorden

Slide 8 - Woordweb

Schizofrenie kan je omschrijven als ...
A
een langdurige psychose met verlies van het contact met de werkelijkheid
B
aandoening met gespleten persoonlijkheid
C
een andere naam voor meervoudige persoonlijkheidsstoornis

Slide 9 - Quizvraag

schizofrenie
Ernstige en chronische stoornis die voorkomt bij 1 op 100 mensen.
Belangrijkste kenmerk: terugkerende, langdurige perioden met verlies van realiteit (psychotische episoden)

Slide 10 - Tekstslide

kenmerken van schizofrenie
DSM-V over schizofrenie
A  minimum 2 van de 5 kernsymptomen (minstens 1 maand)
B  niveau van functioneren op 1 of meer levensgebieden duidelijk onder dat van bij het begin van de stoornis
C  samen minimum 6 maand ononderbroken aanwezig.
Kernsymptomen:
  • wanen
  • hallucinaties
  • onsamenhangende spraak
  • ernstig chaotisch gedrag
  • negatieve symptomen

Slide 11 - Tekstslide

positieve en negatieve symptomen
positieve symptomen voegen iets toe aan hoe je in de wereld staat (pg 48)
  • hallucinaties, wanen, agressie, verwardheid

negatieve symptomen zorgen voor een verlies van mogelijkheden (pg 49)
  • Afgevlakte gevoelens,  Gebrek aan initiatief, Teruggetrokkenheid,  Aandachtsvermindering
    Verlies vermogen plezier te beleven, Spraakarmoede (weinig ideeën, vastklampen aan een beperkt aantal onderwerpen)

Slide 12 - Tekstslide

!! volgend fragment !!
VRTNWS over een simulator:
wat maken mensen met een psychose mee

gevoelige zielen kijken en luisteren 2 minuten niet mee

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

hallucinaties
"Super-verruiming van de zintuigen, alles kreeg een grotere dimensie" (Sven Unik-ID)

  • stoornis in de waarneming
  • waarnemen = via de zintuigen = zien, horen, (voelen, ruiken en proeven)
  • hoge werkelijkheidswaarde
  • meestal niet plezierig: bedreigend

  • grote emotionele druk -> spanning ->  niet in staat  kritisch onderscheid te maken tussen wat er echt van buitenaf wordt waargenomen // wat in de eigen belevingswereld is opgekomen
  • Emotionele druk = ook trigger voor psychotische episode

Slide 15 - Tekstslide

wanen
wat
  • stoornis in het denken: prikkel komt binnen, maar foute betekenis
  • ook hoge werkelijkheidswaarde -> de overtuiging dat zijn denken correct is
  • wanneer er tegenin gegaan wordt, gaat het de waan meestal nog versterken (bevestiging van de bedreigende beleving)

Slide 16 - Tekstslide

wanen
soorten wanen

  • paranoïde = achtervolgingswaan
  • betrekkingswaan = een toevallige gebeurtenis in de wereld op zichzelf betrekken
  • beïnvloedingswaan = overtuiging dat de eigen wil is overgenomen door hogere macht
  • grootheidswaan = overtuiging van bijzondere eigenschappen

Volgende slide: 3 quizvragen :)

Slide 17 - Tekstslide

Gewetenloze wetenschappers testen mijn reacties via een hersenchip die ze in mijn hoofd planten. Ik ben een proefkonijn in een gruwelijk experiment.
A
paranoïde
B
betrekkingswaan
C
beïnvloedingswaan
D
grootheidswaan

Slide 18 - Quizvraag

Op de radio hoor ik dat de brokstukken van een defecte satelliet op aarde zullen terechtkomen. Dat is duidelijk een boodschap aan mij: ik ben de oorzaak dat die satelliet slachtoffers zal maken. De paraplu kan alvast dienst doen als stralingsschild.
A
paranoïde
B
betrekkingswaan
C
beïnvloedingswaan
D
grootheidswaan

Slide 19 - Quizvraag

In het winkelcentrum zijn vele lagen gewapend beton, daar ben ik veilig tegen de straling. Maar iedereen is op de hoogte en ik wordt afkeurend aangestaard: camera's om me te observeren, een geheim agent aan een winkelentree, mensen die duidelijk weten wat ik misdeed en horen wat ik denk, ...
A
paranoïde
B
betrekkingswaan
C
beïnvloedingswaan
D
grootheidswaan

Slide 20 - Quizvraag

onsamenhangende spraak
  • ontsporingen: verwarde zinnen omdat je je gedachten niet kan ordenen
  • incoherentie: geen logisch geheel
  • communicatie met anderen en uiten van gevoelens wordt zeer moeilijk

  • weinig ideeën
  • vastklampen aan een beperkt aantal onderwerpen

Slide 21 - Tekstslide

ernstig chaotisch gedrag
  • Katatonie: periode van weinig spreken, bewegen, eten en drinken
  • Gedesorganiseerd: komt zeer verward en chaotisch over

Slide 22 - Tekstslide

negatieve symptomen
  • Afgevlakte gevoelens (affectvervlakking)
  • Gebrek aan initiatief (apathie) en motivatie
  • Teruggetrokkenheid (asociaal)
  • Aandachtsvermindering
  • Verlies vermogen plezier te beleven (anhedonie)
  • Spraakarmoede (weinig ideeën, vastklampen aan een beperkt aantal onderwerpen)



Slide 23 - Tekstslide

Bij de dokter zei ik niets. "alles gaat goed".
Nadien hoorde ik de gesprekken: schoolmoeheid, leeftijd, drugs, een goed gesprek...

Waarom zei ik niets?
A
gewoon geen interesse om te antwoorden..
B
ik kon niet antwoorden doordat ik geen volledige samenhangende zinnen meer kon maken
C
intense angst en achterdocht door de wanen: de dokter zat mee in het complot

Slide 24 - Quizvraag

documentaire: Welke impact hadden de psychoses
voor Sven? En voor zijn omgeving?
graag kernwoorden in verschillende antwoorden

Slide 25 - Woordweb

impact op zichzelf en de omgeving
Geen zicht op jezelf
"Je denkt dat je je normaal gedraagt, maar anderen reageren raar. Daardoor word je prikkelbaar. Daardoor krijg je conflicten met anderen. Waarop je ook met onbegrip te maken krijgt. "
  • Wanen en hallucinaties lijken echt: verhinderen normale kijk op jezelf
  • weinig of geen zicht op de eigen problemen

Helder denken wordt moeilijk
  • te veel en verwarde gedachten

Gevoelens in de knoop
  • ANGST en DEPRESSIVITEIT

Slide 26 - Tekstslide

oorzaken schizofrenie
biologische factoren:
  • aanleg voor kwetsbaarheid
  • stoornis in de ontwikkeling van de hersenen (6de maand zwangerschap)

psychische en sociale factoren
  • invloed op ontwikkeling & uiting van de stoornis
  • ingrijpende gebeurtenissen als trigger
  • hoge gevoeligheid voor veranderingen en stress

drugs als trigger, vooral bij mensen die al aanleg hebben

Slide 27 - Tekstslide

behandeling
4 pijlers:
  1. geneesmiddelen (ondersteunend: antipsychotica)
  2. individuele begeleiding: therapie
  3. opnieuw aansluiting vinden bij de sociale omgeving (sociale vaardigheidstraining)
  4. steun van en voor de familie

  • leren leven, stap voor stap
  • psycho-educatie: weet wat er scheelt

Slide 28 - Tekstslide

begeleiding
  • gunstige omgeving: spanningen vermijden
  • niet meegaan in de wereld van wanen en hallucinaties
  • laten voelen aan de cliënt dat we zijn gedrag aanvaarden (acceptatie)
  • relaties met deze zorgvragers uitwerken (vertrouwen, au sérieux nemen)
  • hen aanzetten om het gezonde gedeelte van hun denken te gebruiken

We moeten echter niet meegaan in de onjuiste werkelijkheidsbeleving door bv. te zeggen dat we ook zien wat de zorgvrager  (fout) ziet. Dat zou niet eerlijk zijn.
"dat kan voor jou zo zijn, maar ik merk dat niet" 

Probeer hem af te leiden door hem op de werkelijkheid te betrekken:
  • korte activiteiten die je samen met hem uitvoert
  • praat ondertussen op een rustige manier over de dingen van nu

Slide 29 - Tekstslide

wat nog helpt
lichaamsbeweging
rust en structuur
spanning herkennen en er constructief mee omgaan
sociale aansluiting zoeken

Slide 30 - Tekstslide

rechtspositie van de cliënt

Slide 31 - Tekstslide

Gedwongen opname of collocatie: wanneer iemand een gevaar is voor zichzelf of zijn omgeving is dat voldoende om gedwongen opgenomen te worden
juist
juist en ik kan dit verantwoorden
fout
fout en ik kan het juiste antwoord geven

Slide 32 - Poll

Zoek een website, een folder of brochure waar je (liefst) betrouwbare informatie vind over gedwongen opname (collocatie).
Copy-paste hier.
5 minuten.

Slide 33 - Woordweb

Forse stijging van gedwongen opnames in de psychiatrie, VRTNWS, 13 nov 2017

Slide 34 - Tekstslide

Zoek op een betrouwbare website...
... de uitleg voor:
  1. vrijwillige opname
  2. crisisopname
  3. gedwongen opname: gewone procedure
  4. gedwongen opname: crisisprocedure
  5. problemen met patiëntenrechten: bij wie kan ik terecht (contactgegevens/weblink)

Tip: weblinks op smartschool
  • 10 minuten: lees de uitleg en probeer het te begrijpen zodat je het in eigen woorden kan uitleggen.
  • Geef ook je bron.
  • Volgende slide = uitleg geven

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide