Meesterlijk argumenteren: De kunst van overtuigen

Meesterlijk argumenteren: De kunst van overtuigen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meesterlijk argumenteren: De kunst van overtuigen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van de les
Begrijpen wat een argumentatiestructuur is en hoe je deze effectief kunt toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over argumentatiestructuren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een argumentatiestructuur?
Een argumentatiestructuur is de manier waarop je argumenten inzet om je standpunt te onderbouwen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten argumenten
Er zijn drie soorten argumenten: ethos (ethiek), pathos (emotie) en logos (logica).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van een overtuigend betoog
Een overtuigend betoog heeft een inleiding, argumentatie en een conclusie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieve verbindingswoorden
Verbindingswoorden zoals 'daarom', 'omdat' en 'bovendien' versterken de argumentatiestructuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenargumenten weerleggen
Het weerleggen van tegenargumenten versterkt je eigen standpunt en overtuigingskracht.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Analyseer een betoog
Analyseer een voorbeeldbetoog op de opbouw en gebruikte argumenten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing in de praktijk
Pas de argumentatiestructuren toe in een korte overtuigende presentatie of discussie.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.