Lezen 2.2 - 2 kgt

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 2.2 - 2 kgt
timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
- Uitleg + oefeningen theorie 2.2 lezen
- Maak opdrachten van 2.2

Lesdoel:
- Je kunt drie tekstdoelen opnoemen en daar een voorbeeld van geven.  
- Je kunt vertellen wat verwijswoorden zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Welk woord hoort op de puntjes?

Een ... heeft altijd een bedoeling met een tekst.
A
het tekstdoel
B
schrijver
C
lezer
D
het onderwerp

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort op de puntjes?

Een schrijver heeft altijd een bedoeling met een tekst. Dat noem je ...
A
het tekstdoel
B
schrijver
C
lezer
D
het onderwerp

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van een leesboek?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren/overhalen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een uitnodiging voor een feest?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren/overhalen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een handleiding?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren/overhalen

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een schrijver die reclame maakt?
A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Tekst 1
Een gesprek tussen mevrouw Tuinstra en Boris
De tekenlerares vraagt aan Boris: 'Waarom heb jij nog niets getekend?' 'Ik heb wel iets getekend', antwoordt Boris, 'dit is een tekening van een koe in een weiland.' 'Waar is het gras dan?' vraagt mevrouw Tuinstra. 'Het gras is opgegeten door de koe!' 'Maar ik zie ook helemaal geen koe', zegt de tekenlerares. Waarop Boris antwoordt: 'U denkt toch niet dat een koe blijft staan in een weiland zonder gras?'

Bron: www.speelzolder.nl

Slide 13 - Tekstslide

Tekst 1

Wat wil de schrijver met zijn tekst bereiken?
A
Hij wil dat de lezer plezier heeft.
B
Hij wil de lezer informatie geven.
C
Hij wil de lezer overhalen om iets te doen.

Slide 14 - Quizvraag

Tekst 1

Wat is het tekstdoel van tekst 1?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren/overhalen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Tekst 2

Wat is het tekstdoel van tekst 2?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren/overhalen

Slide 17 - Quizvraag

Tekst 4
Als orkaan Katrina de mannennaam Kurt had gehad, zouden er in 2005 in New Orleans waarschijnlijk minder doden zijn gevallen.
Wetenschappers van de Universiteit van Illinois hebben dat onderzocht. Ze hebben hun bevindingen gepubliceerd in een vooraanstaand wetenschappelijk tijdschrift.
Volgens de onderzoekers denken mensen onbewust dat een orkaan met een vrouwennaam minder gevaarlijk is dan een storm met een mannennaam. Ze slaan daardoor bij een 'Katrina' minder snel op de vlucht dan bij een 'Kurt', maar ze lopen daardoor meer gevaar.

Bron: naar nu.nl

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van tekst 4?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Alle leerlingen hebben hun huiswerk gemaakt. Zij verdienen een compliment.

Waarnaar verwijst het woord 'zij'?

Slide 21 - Open vraag

Weektaak
- Maak 2.2

Lesdoel:
- Je kunt drie tekstdoelen opnoemen en daar een voorbeeld van geven.  
- Je kunt vertellen wat verwijswoorden zijn.


Slide 22 - Tekstslide