Rekenles 2

Rekenles 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekenles 2

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig, in stilte, aan de slag!
- Rekenen H1 (vanaf blz 32), opdracht 8, 9AB, 10, 11, 12, 23AD

- Rekenen H2 (vanaf blz 64), opdracht 1, 4, 5 en 6
30 minuten de tijd, daarna gezamenlijk nakijken.

Slide 2 - Tekstslide

A
-> Alles in dezelfde tijd zetten.

bijv. per ....................



Ali:        ..................................................... = €.................

Guido: ..................................................... = €..................

Jane:    ..................................................... = €.................


Antwoord: ...................... verdient het meest.

Slide 3 - Tekstslide

B
-> wat moet je berekenen?
-> welke formule gebruik je?
gegevens:
jaarloon: €4.812




Loonsverhoging:

.................................................................. = 
of

................................................................... =

Slide 4 - Tekstslide

C
-> Welke formule?


Formule: 
                  ...................................................................


Berekening:






Antwoord: ................................... % 

Slide 5 - Tekstslide

A
-> Hoe werken indexcijfers?

1. basisjaar = 100
2. procentuele verschillen t.o.v. het basisjaar


Berekening:





Antwoord: € ................................... 

Slide 6 - Tekstslide

B
-> Hoe werken indexcijfers?

1. basisjaar = 100
2. procentuele verschillen t.o.v. het basisjaar

Antwoord: ....................................................................

Uitleg:  

Slide 7 - Tekstslide


-> Hoe werken indexcijfers?

1. basisjaar = 100
2. procentuele verschillen t.o.v. het basisjaar

basisjaar (2016)          = 100            = € ..............

2018                              = ........            = €................

Berekening:

.....................................................................................................

Slide 8 - Tekstslide


-> Hoe werken indexcijfers?

1. basisjaar = 100
2. procentuele verschillen t.o.v. het basisjaar

basisjaar (2015)          = 100            = € ..............

2018                              =.........            = €................

Berekening:

.....................................................................................................

Slide 9 - Tekstslide


-> Wat moet je berekenen?
-> In welke tijdseenheid?

wat weet je al?


Berekening: 

.....................................................................................................

.....................................................................................................



Antwoord: ...........................................................................

Slide 10 - Tekstslide

A
-> Welke formule?

Formule:
                  ..............................................................................


Berekening: 

.....................................................................................................

.....................................................................................................



Antwoord: ........................ %

Slide 11 - Tekstslide

D
-> Welke formule?

Formule:
                  ..............................................................................


Berekening: 

.....................................................................................................

.....................................................................................................



Antwoord: ........................ %

Slide 12 - Tekstslide



gegevens die je al weet:




Berekening: 







Antwoord: € .......................

Slide 13 - Tekstslide

-> Welke formule?

Formule:
                  ...........................................................................



Berekening: 







Antwoord: ....................... %

Slide 14 - Tekstslide

A
-> Welke formule?

Formule:
                  ...........................................................................



Berekening: 






Antwoord: ....................... %

Slide 15 - Tekstslide

B
-> Welke formule?

Formule:
                  ...........................................................................



Berekening: 






Antwoord: ....................... %

Slide 16 - Tekstslide

A






jan. 2012:           €224.500                     = 100

jan. 2015:           €..........................              =............

Berekening:

Slide 17 - Tekstslide

B

Slide 18 - Tekstslide

C

Slide 19 - Tekstslide