2.4 kleuren maken

2.4 Kleuren maken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.4 Kleuren maken

Slide 1 - Tekstslide

Spiegelende weerkaatsing
Spiegelende weerkaatsing:
lichtstralen in één richting.
Diffuse weerkaatsing:
Lichtstralen in alle richtingen.

Eigenschappen spiegelbeeld:
1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.
2. Even groot.
3. Afstand van de spiegel hetzelfde.
4. Kan niet op scherm projecteren.
Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt.
licht van een voorwerp       via spiegel       jouw oog        je ziet het spiegelbeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel

Slide 5 - Quizvraag

Met een prisma (driehoekig stuk glas) kun je wit licht splitsen in verschillende kleuren. 


Het zonlicht bestaat uit alle kleuren van de regenboog.


Het kleurenspectrum

Slide 6 - Tekstslide

De regenboog (pagina 92)
Rood oranje geel groen blauw indigo en violet


De kleuren van de regenboog noem je het spectrum.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Maak opdracht 54 t/m 59

Slide 9 - Tekstslide

Kleurfilters (p93)


Kleurfilters laten één kleur 
licht door en absorberen de 
andere kleuren.


Kleurfilters zijn gekleurde 
plaatjes van doorzichtig materiaal.
 


Slide 10 - Tekstslide

Kleurfilters 


Het rode plastic laat alleen rood licht door. De andere kleuren worden geabsorbeerd.
Het rode plastic werkt als een kleurfilter.

Slide 11 - Tekstslide

Welke kleur licht laat een stukje blauw glas door?
A
alle kleuren
B
alle kleuren behalve blauw
C
alleen blauw
D
geen kleuren

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door de filter weerkaatst
B
deze worden door de filter geabsorbeerd
C
deze worden omgezet in de kleur van het filter
D
er gebeurt niets mee

Slide 13 - Quizvraag

Met behulp van welk object kun je wit licht splitsen in alle kleuren van de regenboog?
A
Een spectrum
B
Een prisma
C
Een geodriehoek
D
Een kleurenfilter

Slide 14 - Quizvraag

Zonlicht is wit, maar bestaat uit verschillende kleuren. Welke kleuren zijn dat?
A
zwart en wit samen
B
rood, blauw en groen
C
rood, oranje, geel groen blauw, indigo en violet
D
cyaan, magenta, geel en zwart

Slide 15 - Quizvraag

Licht mengen 


Bij het mengen van licht gebruik je de kleuren rood, blauw en groen (de RGB kleuren). 
Dit noem je de primaire kleuren. 


Rood en groen geeft geel.
Rood en blauw geeft magenta. 
Blauw en groen geeft cyaan.
Blauw, groen en rood geeft wit.

Slide 16 - Tekstslide

Welke kleuren licht moet je mengen om geel te krijgen?
A
Rood en groen
B
Groen en blauw
C
Rood en blauw
D
Rood, groen en blauw

Slide 17 - Quizvraag

Maak opdracht 60 t/m 69

Slide 18 - Tekstslide

Hoe leer je voor een NASK toets?

Slide 19 - Tekstslide