Introductie criminaliteit + par. 1

Criminaliteit
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is criminaliteit?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer crimineel?
  • Eigenlijk bij alles wat verboden is, maar
  • beter: Criminaliteit  bij alle misdrijven die in de wet staan 
  • Een keer te hard rijden = Niet crimineel
  • Te hard rijden met drank op en een ongeluk veroorzaken:
    Wel crimineel.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Asociaal
Asociaal gedrag is:
  • Gedrag waarbij je geen rekening houdt met ander

  • Of in andere woorden

  • Niet sociaal gedrag: je past je niet aan

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij asociaal hier op school?
(Of gebeurt er niets asociaals)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
De wet maakt verschillen tussen overtredingen en misdrijven
  • Overtreding: Strafbaar feit, minder erg
  • Voorbeeld: Door rood licht rijden
  • Misdrijf: Ernstige strafbare feiten
  • Voorbeeld: Diefstal, Vernieling, verkrachting,
    moord, handel in drugs

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
DUS LET OP:
  • Winkeldiefstal is een misdrijf! Bij een misdrijf:
  • Word je door de politie verhoord
  • Soms vastgehouden,  én
  • Kan  er een rechter aan te pas komen, én
  • krijg je een Strafblad, én
  • dat heeft gevolgen voor werk en stage want: 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is asociaal gedrag strafbaar?
  • Vaak niet
  • Soms wel
  • Wanneer niet denk je?
  • Wanneer wel? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een misdrijf?
A
Zonder te betalen in de bus zitten.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
D
Wildplassen.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat mag wel en wat mag niet?
Jullie zien iedere keer een stelling bij elke stelling bepaal je of dit wel mag in Nederland van jou en wat niet mag volgens jou?

Hierbij ga je niet uit van de regels die er al zijn, maar van jouw mening!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snoep stelen uit de Jumbo
Ja
Misschien
Nee

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huwelijk tussen drie personen
Ja
Misschien
Nee

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Intimiteit voor het huwelijk
Ja
misschien
nee

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Pikante foto's van iemand doorsturen
Ja
Misschien
Nee

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Je ouders uitschelden tijdens een ruzie
Ja
Misschien
Nee

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Iemand in elkaar slaan
Ja
Misschien
Nee

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stiekem inloggen in andermans account en zo een verslag van de computer halen
Ja
Misschien
Nee

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vreemdgaan
Ja
Misschien
Nee

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

7

Slide 20 - Video

Deze film duurt 14 minuten. 
Starten in les 2 lijkt mij
00:50
Jullie?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:11
Stelen van een fiets. Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:43
Okay, hij ging met de groep mee. Hoe noemden we dit ook alweer? (Hoofdstuk 1)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:39
Waarom ging deze jongen af en toe het criminele pad op?
A
Hij deed het voor de fun
B
Hij vond dat hij soms geen andere keuzes had .
C
Hij moest mee met zijn vrienden
D
Geldgebrek

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

07:27
De rest van je leven schulden, of een overval plegen?
A
Rest van mijn leven schulden
B
Overval

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11:17
Denk jij dat je altijd kunt voorkomen dat je in de criminaliteit terecht komt? Geef daarbij een argument.
Dus: Ja, want... of Nee, want......

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12:49
Je hebt volgens het meisje niet alles in je eigen handen. Ben je het daarmee eens?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7

Slide 28 - Video

Deze film duurt 14 minuten. 
Starten in les 2 lijkt mij
00:50
Jullie?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:11
Stelen van een fiets. Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:43
Okay, hij ging met de groep mee. Hoe noemden we dit ook alweer? (Hoofdstuk 1)

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:39
Waarom ging deze jongen af en toe het criminele pad op?
A
Hij deed het voor de fun
B
Hij vond dat hij soms geen andere keuzes had .
C
Hij moest mee met zijn vrienden
D
Geldgebrek

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

07:27
De rest van je leven schulden, of een overval plegen?
A
Rest van mijn leven schulden
B
Overval

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11:17
Denk jij dat je altijd kunt voorkomen dat je in de criminaliteit terecht komt? Geef daarbij een argument.
Dus: Ja, want... of Nee, want......

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

12:49
Je hebt volgens het meisje niet alles in je eigen handen. Ben je het daarmee eens?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dus: als je één blikje cola steelt:
A
Ben je asociaal
B
Pleeg je een misdrijf
C
Bega je een overtreding

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding of misdrijf?
Strafblad.
Gevolg: 
  • Bepaald  werk kan je niet uitvoeren 
  • Sommige landen mag je niet in
  • Filmpje: 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:43
Waar wordt Gokmen T. van verdacht?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:25
Welke straf krijgt Gokmen T.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsregels zijn tijdgebonden
  •     Spugen was vroeger een misdrijf
  •     Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar
  •     Tegenwoordig is hacken van computers strafbaar
  •     Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit



Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsregels zijn plaatsgebonden
  •     In Nederland is abortus en euthanasie toegestaan
  •     In Nederland mogen homo’s met elkaar trouwen
  •  (Vuur)wapens zijn in Nederland verboden
  •     Nederland kent geen doodstraf

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetten zijn tijd en plaatsgebonden
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Maak de sleepvragen.
(2 slides)

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand fatsoensregels overtreedt, noemen we dit                         gedrag. Als je een wet overtreedt, 

dan is dat                               gedrag. Als je niet stopt bij een rood stoplicht, is dat een                            , de politie kan je een bekeuring geven. 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 48 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diefstal is een voorbeeld van een                                        De                            moet dan  voor de rechter komen.

Als je schuldig bent, kan de rechter een straf geven. Je krijgt dan een 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vraag wordt gesteld door:
Het antwoord is: 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil nog uitleg over:
het begrip asociaal
Overtreding
Misdrijf
Tijdsgebonden misdrijf
plaatsgebonden misdrijf
Niets. Ik heb alles begrepen en haal een 10 op de toets

Slide 51 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

werkboek
Maken 9.1

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies