week 6 2024 klas 2 Schrijven

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • jas uit
  • muts/pet/capuchon af
  • oortjes uit
  • boek/schrift/pen/ laptop op tafel 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?
  • Schreiben

              datum toets: vrijdag 18 oktober!!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele:
  • je kunt een kort kaartje schrijven over jouw hobby's en vrijetijdsbesteding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Und jetzt.......
 Schreibfertigkeit




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen?
* de juiste aanhef gebruiken
* de eerste zin na de aanhef met een kleine letter beginnen
* "Hoe gaat het met jou. Met mij gaat het goed" juist schrijven
* alinea's gebruiken
* vertellen wat jij doet in je vrije tijd
* vragen welke hobby's jouw vriend/vriendin heeft
* een goede slotzin gebruiken
* op de juiste manier groeten en afsluiten met je naam

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?   Schreiben
Wie?   sselbsständig
Hilfe?  die Sprachmittel auf Seite      
             Fragen? Hand hoch!
Zeit?   30  Minuten
Fertig? Slim Stampen Woorden Hoofdstuk 6Freizeit




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An die Arbeit!
Hilfe:  Die Sprachmittel auf Seiten 22 und 27

Die Situation: Je schrijft een mail aan je neefje in Duitsland en 
                   vertelt over jouw nieuwe hobby's/vrijetijdsbesteding

* Zorg voor een passende aanhef
* Begin de eerste zin correct
* Vraag hoe het gaat met je neefje
* Schrijf dat je een nieuwe hobby hebt en vertel erover
* Vraag welke hobby's jouw neefje heeft
* Stel nog een andere vraag
* Schrijf dat je hoopt hem snel weer te zien
* Sluit af met een groet en je naam




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik de leerdoelen behaald?
  •  kan ik een kort kaartje schrijven over jouw hobby's en vrijetijdsbesteding? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • jas uit
  • muts/pet/capuchon af
  • oortjes uit
  • boek/schrift/pen/ laptop op tafel 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?


  • Grammatik: der vierte Fall (vierde naamval)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele:

aan het eind van dit lesuur:

  • kun je uitleggen wat naamvallen zijn;
  • ken je het verschil tussen de eerste en de vierde naamval;
  • herken je de voorzetsels die de vierde naamval krijgen;
  • ben je in staat het Stappenplan te gebruiken.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vervangen van een zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord
Een zelfstandig naamwoord kan door een persoonlijk voornaamwoord worden vervangen.

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:
das Pferd (o) wordt es
 der Vater (m) wordt er
die Maus wordt sie
die Kinder wordt sie 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:
 
  • om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen
  • in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:
De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1ste naamval
ich
du
er
sie
es 
wir 
ihr
sie/Sie
4de naamval
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie/Sie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs, voorbij

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!
samengevat!
1e naamval = onderwerp
                            ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
                           
4e naamval = lijdend voorwerp
                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie
                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
                        

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?   Macht Kapitel 7 Wohnen: E Grammatik:
             Aufgaben 17, 18, 19, 20
Wie?   selbstständig
Hilfe?  die Grammatik auf Seiten 42 und 43 en het
               stappenplan             Fragen? Hand hoch!
Zeit?   30  Minuten
Fertig? Slim Stampen Woorden Hoofdstuk 6 Freizeit




Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik de leerdoelen behaald?

  • kan ik uitleggen wat naamvallen zijn?
  • ken ik het verschil tussen de eerste en de vierde naamval?
  • herken ik de voorzetsels die de vierde naamval krijgen?
  • weet ik hoe ik het stappenplan moet gebruiken?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fragen??



Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies