Maak het gedicht af, op een heel andere manier dan het oorspronkelijke gedicht verder gaat.Schrijf minimaal 2 regels erbij.
[Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten,
En zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon.]
Om 't leed van 't Godzijn enigszins te verzachten,
Eet ik ied're morgen een halve kokosmakroon.