Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§1.5 to have got
§1.5 to have got
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
§1.5 to have got
Slide 1 - Tekstslide
onderwerp
I, you, we, they
he, she, it
positief (+)
have got
've got
has got
's got
negatief (-)
have not got
haven't got
has not got
hasn't got
vragend (?)
Have I/you/we/they got?
Has he/she/it got?
To have got = Hebben
Slide 2 - Tekstslide
To have got vertalingen
1. I have got / I've got
2. You have got / You've got
3. She has got / She's got
4. He has got / He's got
5. It has got / It's got
6. We have got / We've got
7. They have got / They've got
8. I haven't got
9. You haven't got
10. She hasn't got
11. He hasn't got
12. It hasn't got
14. They haven't got
Ik heb
jij hebt / jullie hebben
zij heeft
hij heeft
het heeft
wij hebben
zij hebben
Ik heb niet / Ik heb geen
jij/jullie hebben niet / geen
zij heeft niet / zij heeft geen
hij heeft niet / hij heeft geen
het heeft niet / het heeft geen
zij hebben niet / zij hebben geen
Slide 3 - Tekstslide
Exercise 1
Vervoeg het werkwoord naar de juiste vorm
Maak gebruik van
have got, has got, haven't got
en
hasn't got
Slide 4 - Tekstslide
I (to have got) a new job.
Slide 5 - Open vraag
She (to have got) a beautiful smile.
Slide 6 - Open vraag
They (not / to have got) a lot of homework to do.
Slide 7 - Open vraag
He (not / to have got) two sisters.
Slide 8 - Open vraag
(We / to have got) a meeting at 3 PM?
Slide 9 - Open vraag
You (to have got) a great sense of humor.
Slide 10 - Open vraag
(The cat / to have got) green eyes?
Slide 11 - Open vraag
(We / to have got) a lot of work to do tomorrow?
Slide 12 - Open vraag
She (not / to has got) a project on Monday.
Slide 13 - Open vraag
I (to have got) a headache.
Slide 14 - Open vraag
They (not / to have got) tickets for the concert.
Slide 15 - Open vraag
He (to have got) a lot of responsibilities.
Slide 16 - Open vraag
Exercise 2
Verander de zin van positief naar
ontkennend (-)
of
vragend (?)
Slide 17 - Tekstslide
(?) You have got a role in this movie.
Slide 18 - Open vraag
(?) The children have got a new puppy.
Slide 19 - Open vraag
(-) She has got a talent for painting.
Slide 20 - Open vraag
(-) I have got a lot on my mind.
Slide 21 - Open vraag
(-) They have got plans to travel this summer.
Slide 22 - Open vraag
(?) He has got a broken arm.
Slide 23 - Open vraag
(-) We have got a new car.
Slide 24 - Open vraag
(?) She has got good grades.
Slide 25 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
§1.5 to have got
Juni 2024
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Present Simple Q & N
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
PO VO les 3
Maart 2022
- Les met
37 slides
Engels
Basisschool
Groep 8
OU: To be and to have got
December 2022
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Have got Affirmative and negative
Mei 2024
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
To be and to have got (herhaling)
September 2021
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
to be and to have
September 2023
- Les met
39 slides
Engels
Basisschool
Groep 8
Have got/ has got
Oktober 2024
- Les met
46 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1