Les 2 - Buikpijnpatronen en herhalen spijsvertering

• KT1 theorie
• MBO
• Studiejaar 1

Kerntaak 1 theorie

Les 8

Periode 2

Leerjaar 1

Lesindeling 

1. Welkom + Osiris 
2. Vorige les 
3. Lesindeling en Lesdoelen
4. Buikpijnpatronen
   
5. Oefentoets
6. Zelf aan de slag met praktijksituaties
7. Afsluiting
   

Lesdoelen

Aan het eind van de les kunnen jullie:

• vertellen welke buikpatronen er zijn en deze toelichten. 

Buikpijnpatronen

• Ontstekingspijn
  
• Koliek
  
• Perforatiepijn
  

Beschrijf kort hoe de verschillende buikpijnpatronen eruit zien. 

Buikpijnpatronen

Ontstekingspijn patroon: komt langzaam opzetten, koorts, pijn (soms vast aan beweging) algemene malaise

Koliek pijn patroon: patiënt ‘moet’ bewegen, kan niet stil zitten of liggen

Perforatiepijn: patiënt licht doodstil. Beweging doet pijn (bijv. meer maagzuur die uit de maag kan lopen of gevoelig buikvlies dat wordt geprikkeld door bewegen.

Oefentoets

Afhankelijk van de tijd bekijken welke vragen je inzet.

Wat is de Latijnse benaming voor galblaasontsteking?

1. Appendicitis
2. Cholecystitis
3. Coeliakie
4. Gastritis

Wat is de Latijnse benaming voor maagslijmvlies ontsteking?

1. Appendicitis
2. Ziekte van Crohn
3. Helicobacter pylori
4. Gastritis

Wat is de Latijnse benaming voor blindedarm ontsteking?

1. Appendicitis
2. Diverticulitis
3. Dyspepsie
4. Sikkelcelanemie

Welke risicofactoren ken je voor de aandoening cholelithiasis?

1. Overgewicht, mannelijk geslacht
2. Ondergewicht, mannelijk geslacht
3. Overgewicht, vrouwelijk geslacht
4. Ondergewicht, mannelijk geslacht

Pancreatitis is een

1. Ontsteking van de lever
2. Ontsteking van de alvleesklier
3. Ontsteking van de dunne darm
4. Ontsteking van de maag

Hoe stel je de diagnose pancreatitis?

1. faeces onderzoek
2. bloedonderzoek
3. urine onderzoek
4. röntgenfoto

wat is de belangrijkste oorzaak van chronische pancreatitis

1. bacteriële infectie
2. virus infectie
3. chronische hepatitis
4. alcoholmisbruik

In de slokdarm wordt de volgende voedingsstof verteerd

1. Koolhydraten
2. Vetten
3. Eiwitten
4. Geen

Als bij een patiënt de maag is verwijderd in verband met een tumor heeft hij een probleem met

1. Vertering van vetten
2. Vernietigen van ziektekiemen in voedsel
3. Slikken
4. Aanmaken van gal

Welke route legt het voedsel af tijdens de spijsvertering?

1 = Mondholte

2 = 

3 = 

4 = 

5 = 

6 = 

7 = 

8 = 

9 = Anus

Keelholte

Dikke darm

Slokdarm

twaalfvingerige darm

Endeldarm

Maag

Lever

Dunne darm

Nieren

Wat is metabolisme?

1. Zuurgraad
2. Enzymen
3. Osmose
4. Stofwisseling

De alvleesklier produceert verteringsenzymen. In deze rol is de alvleesklier een

1. endocriene klier
2. exocriene klier

Sleep de goede woorden naar het goede deel van het spijsverteringskanaal. 

maag

dikke darm

mond

slokdarm

dunne darm

Wat is de belangrijkste functie van darmvlokken?

1. resorptie van voedingsstoffen
2. afbraak van voedingsstoffen
3. excretie(uitscheiden) van voedingsstoffen
4. stapeling van voedingsstoffen

voedsel verteren, bacterien doden

water uit voedsel halen

levert gal dat helpt bij vertering van vetten

enzymen helpen spijsvertering en zorgt dat voedingsstoffen in bloedbaan komen

produceert enzymen die grote moleculen helpen afbreken in dunne darm

opslag van gal voor vertering in dunne darm

maag

lever

dunne

darm

galblaas

dikke 

darm

alvleesklier

Wat is de functie van het medicijn Bisocadyl?

1. Prikkelen darmwand.
2. Vertragen werking darmwand.
3. Laten het volume van de ontlasting toenemen.
4. Ontstekingsremmend.

Prikkelen darmwand, waardoor er meer vocht in de darm komt en de darmen sneller gaan werken.

Voorgeschreven bij obstipatie

Psylliumzaad (lactulose en zemelen) laten het volume van de ontlasting toenemen en stimuleren op die manier de darm.

In welke volgorde zal een arts bij maagklachten medicatie voorschrijven?

1. 1. maagzuurremmers 2. slijmvliesbeschermers 3. maagzuurbinders
2. 1. maagzuurbinders 2. slijmvliesbeschermers 3. maagzuurremmers
3. 1. slijmvliesbeschermers 2. maagzuurbinders 3. maagzuurremmers
4. 1. slijmvliesbeschermers 2. maagzuurremmers 3. maagzuurbinders.

Iemand eet een boterham.
Van welke voedingsstof begint de vertering door verteringsenzymen al tijdens het kauwen?

1. van zetmeel
2. van eiwitten
3. van vetten
4. van glucose

Welke medicatie vermindert de zuurgraad van het maagzuur door door hiermee te binden?

1. secretieremmers
2. Helicobacter Pylori
3. antibiotica
4. antacida

Wat doen anti-emetica?

1. zorgen dat de darmperistaltiek weer op gang komt
2. doden bacteriën in de maag
3. onderdrukken de neiging tot braken
4. geen van alle genoemde antwoorden

Wat is de Latijnse benaming voor galblaasontsteking?

1. Appendicitis
2. Cholecystitis
3. Coeliakie
4. Gastritis

Wat is de Latijnse benaming voor maagslijmvlies ontsteking?

1. Appendicitis
2. Ziekte van Crohn
3. Helicobacter pylori
4. Gastritis

Wat is de Latijnse benaming voor blindedarm ontsteking?

1. Appendicitis
2. Diverticulitis
3. Dyspepsie
4. Sikkelcelanemie

Opdracht

Open in Cumlaude week 51 les 2 de opdracht Praktijksituaties. 
Ga in tweetallen met de situaties en de bijbehorende vragen aan de slag. 

Eventueel kun je de praktijksituaties verdelen onder de groep en daarna antwoorden laten delen. 

Of alleen een zin geven en studenten moeten zelf uitzoeken welk ziektebeeld erbij hoort d.m.v. eigen kennis, vragen stellen aan docent voor meer informatie, opzoeken in aantekeningen en internet (alles mag dus ook chatgpt) Maar daarin geen tips geven. Laat ze echt zelf bedenken hoe je aan informatie kunt komen. 

Hier kun je ook een wedstrijdvorm van maken. Ziektebeeld juist dan volgende zin. Wie heeft als eerste vragen goed. 

Daarna quiz met de Lessonupvragen. Zelfde groepjes. Scherm niet delen!
Jij noemt het onderwerp. Elk groepje benoemt 1 die de vraag gaat beantwoorden. Die studenten gaan op de gang. 1 blijft er van binnen. Jij stelt de vraag. Goed dan 1 punt, fout dan punt eraf. 
De volgende student komt binnen, etc.
Daarna nieuw onderwerp en nieuwe studenten per groepje die op de gang gaan. 
In de laatste ronde kun je zeggen: ik heb een speciaal aanbod 'Je kunt alle punten in zetten. Bij goed is alles erbij, bij fout is alles eraf)

Opdracht 2

Pak de medicatielijst erbij en bekijk in tweetallen de lijst bij maag-darmkanaal. 

A. Vertel/schrijf kort op wat de betekenis/werking is van de verschillende medicijngroepen. 
B. Hoe is jouw leertactiek om de medicijnen te leren? 

Huiswerk

• Werken aan MBO  leren.
• Leren alle leerstof tot nu toe. 
• Na de vakantie starten we met het laatste onderwerp: nieren en urinewegen.

Ik wens je prettige kerstdagen en een fantastisch
2025 toe!