Toets bespreken 2MH

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom online 2MH1!

Camera aan, microfoon uit

Hand op steken als je iets wilt zeggen of de chatfunctie gebruiken

mobiele telefoon bij de hand

Wat gaan we doen?

Woord van de dag

Cijfers toets

Toets bespreken

Vakantie

Woord van de dag

'Bagatelliseren'

ba·ga·tel·li·se·ren

Bij bagatelliseren praat iemand over een serieus onderwerp alsof het onbelangrijk is.

Bij bagatelliseren heeft iemand vaak niet door hoe serieus het onderwerp is. Om een voorbeeld te geven: Het bagatelliseren van de Holocaust is verboden. Je mag dus niet praten over de Holocaust alsof het niet belangrijk is. 

3 eigenschappen zn

Je kunt een zn:

- in het meervoud/enkelvoud zetten

- je kunt het verkleinen

- je kunt er een lw voor zetten

4 zaken die een voorzetsel kan aangeven

- tijd

- plaats

- richting

- oorzaak (of reden)

Woordsoorten

De kapotte auto moest worden weggesleept.

Wat  is kapotte voor woordsoort?

De houten schutting van onze buren is kapot.

Wat is kapot voor woordsoort?

Vanwege de regen.............................

Wat is vanwege voor woordsoort?

Wanneer gebruik je de komma?

- Na een naam of een uitroep aan het begin van een zin.
Mevrouw, worden alle Volvo's uit Zweden geïmporteerd?

- Tussen de delen van een opsomming.

Floor heeft 3 plannen voor vandaag: zwemmen, huiswerk maken en een woestijnrat kopen.

- Voor voegwoorden zoals maar, omdat en want.

's Morgens is het rustig, maar op vrijdag is het druk.

Citaat, directe en indirecte rede

Als je iemands woorden weergeeft in de directe rede, dus letterlijk, heet dat een citaat

Jasper zei: 'Overmorgen ben ik jarig.'

Als je iemands woorden weergeeft in de indirecte rede, gebruik je geen aanhalingstekens

Jasper zei dat hij overmorgen jarig is.

Zijn jullie er klaar voor?!

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Elvis zegt dat hij naar huis gaat.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
De juf vraagt of je stil wilt zijn.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Daan zegt: "Ik voer de vissen wel."

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Ik zeg dat ik dat niet leuk vind.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Willem vraagt:"Mag ik wat eten?"

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Waaraan herken je een zin in de directe rede?

1. Aan de hoofdletter aan het begin van de zin.
2. Aan het vraagteken achteraan in de zin.
3. Aan de aanhalingstekens.
4. Aan het woord "vraagt".

Een zin in de directe rede zegt precies wat iemand heeft gezegd.

1. waar
2. niet waar

Welke zin staat in de indirecte rede?

1. Ik riep: "Gaat er nog iemand mee?"
2. Julia zegt:" Ik lust wel een ijsje."
3. Stef vraagt of iemand de hond wil uitlaten.
4. Pim roept: "Jens, kom je even?"

Welke zin staat in de directe rede?

1. De man vroeg of hij naar huis mocht gaan.
2. Sil zegt: "Ga je mee in het park spelen?"
3. Jelka vertelde dat ze geen bloemkool lustte.
4. Mischa fluisterde dat ze een snoepje wil.

GOED GEOEFEND!!!!