Romeinse Rijk

De Romeinse Republiek
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

De Romeinse Republiek

Slide 1 - Tekstslide

kenmerkend aspect
De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 2 - Tekstslide

Romeins imperium

Slide 3 - Woordweb

Lesdoel

kennis:

- ontstaan en uitbreiding van het Romeinse Rijk

- het bestuur van de republiek


vaardigheid:

historische perspectieven



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Romeinse Rijk
Koninkrijk (753 v.C. - 509 v.C.) 
Republiek (509 v.C. - 27 v.C.) 
Keizerrijk (27 v.C. - 476 n.C.)

Slide 6 - Tekstslide



De Romeinse Republiek ten tijden van de Burgeroorlogen

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ontstond het Romeinse Rijk?

Slide 8 - Open vraag

Ontstaan van het Romeinse Rijk
Veroveringen
- Italië
- Spanje
- Griekenland
- Noord-Afrika
- Gallië

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ontstaan van het Romeinse Rijk
Veroveringen 
Italië
Spanje
Griekenland
Noord-Afrika
Gallië

Slide 11 - Tekstslide

Romeinse leger
Kenmerken
- beroepsleger
- goed getraind
- goed georganiseerd
- groot

Slide 12 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk groeit
Dankzij de goede wegen en het grote leger groeit het Romeinse Rijk. Volken en landen mogen meedoen, en kunnen hun eigen cultuur behouden, maar moeten belasting betalen. In Romeinse munten. 
Gezegde
'Waar je mee omgaat, daar raak je mee besmet' Als een volk eenmaal behoorde tot de Romeinen, veranderde het volk tòch. Romeinse munten, riolering, badhuizen, flats, theaters, bestuur en bouwkunst waren toch wel handig. Je werd besmet met het SPQR (dat betekende 'De Senaat en het Volk van Rome')

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Uitbreiding van het Romeinse Rijk
Veroveringen
Diplomatie 
sluiten van bondgenootschappen

Slide 15 - Tekstslide

Bestuur van het Romeinse Rijk
* geen democratie
* rijke families aan de macht
* senaat het machtigste orgaan

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De Romeinen noemden de Middellandse Zee Mare Nostrum (onze zee) Waarom?
A
Ze hadden alle gebieden rondom de Middellandse Zee veroverd.
B
Op de Middellandse Zee mochten alleen Romeinse schepen varen.
C
Alle mensen rondom de Middellandse Zee waren Romeinen geworden.

Slide 18 - Quizvraag

De juiste volgorde van regeringsvormen in de Romeinse staat is:
A
republiek, keizerrijk, koninkrijk
B
republiek, koninkrijk, keizerrijk
C
koninkrijk, republiek, keizerrijk
D
koninkrijk, keizerrijk, republiek

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin over de Romeinse samenleving zijn juist?
A
Er waren kleine verschillen tussen arm en rijk.
B
Arme mensen werden patriciërs genoemd, zij waren afhankelijk van rijke plebejers.
C
Arme mensen werden proletariërs genoemd, zij waren afhankelijk van rijke patriciërs
D
Het Romeinse rijk was een landbouwsamenleving

Slide 20 - Quizvraag

Zet de woorden op de juiste plaats in de afbeelding
plebejer
patriciër
slaaf

Slide 21 - Sleepvraag

De patriciërs stichtten een Republiek. Dit betekent letterlijk “algemene zaak”. Wij zouden zeggen: algemeen belang. Dat zou kunnen betekenen, dat iedereen evenveel kreeg of mee mocht praten over zijn belangen. Deze bestuursvorm heette bij de Atheners:
A
monarchie
B
tirannie
C
democratie
D
aristocratie

Slide 22 - Quizvraag

De Senaat was erg machtig omdat zij:
I) besluiten nam over oorlog en vrede
II) de belangrijkste bestuurders benoemde
III) alle besluiten van het volk kon veranderen
A
I is juist
B
I en II zijn juist
C
I en III zijn juist
D
I, II en III zijn juist

Slide 23 - Quizvraag

Zet de woorden in het juiste vak
patriciërs
plebejers
consul
gewone burgers
rijke burgers
senaat
arme boeren
patroon

Slide 24 - Sleepvraag

Na veel protesten kregen de plebejers ook enkele rechten oa:

A
het recht om een volkstribuun te benoemen
B
het recht om legeraanvoerder te worden
C
het recht om in de Senaat te zitten

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Link

Aanvullend materiaal
- filmpjes over het Romeinse leger
- filmpjes over het kenmerkend aspect

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video