Thema 2 Grieken en Romeinen Griekse cultuur les 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Thema 2 Grieken en Romeinen

Lesindeling

Lesopening

Uitleg over Grieken: mythisch verhaal

Oefenvragen

Lesafsluiting

Lesopening

Voor de vakantie hebben we het gehad over de Griekse Democratie

Acropolis

De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.

Tempel

De tempel was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.

Agora

De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur (politiek) en konden de handelaren handelen.

Stad

Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.

Platteland

Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.

Haven

De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.

Stadsmuur

In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.

Onderdelen van de stadstaat (polis)

Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek

Acropolis

Agora

Platteland

Haven

Stadsmuur

Stad

Tempel

Leerdoelen

1. Je legt de begrippen ‘mythe, orakel, Olympische spelen, tragedie en komedie’ uit.
   
2. Je herkent mythische verhalen en je kunt hier twee voorbeelden van geven.
   
3. Je geeft drie voorbeelden van Griekse goden.
   
4. Je legt uit hoe de Grieken godsdienst gebruikten om de wereld te verklaren.
   
5. Je herkent de Griekse bouw- en beeldhouwkunst.
   
6. Je legt het verschil uit tussen een tragedie en een komedie.

Leerdoelen op niveau wit

Leerdoelen op niveau rood: geen over het onderwerp Griekse cultuur en godsdienst

Uitleg Griekse Cultuur

Werkvorm: lezing

Verwachtingen: je maakt aantekeningen voor je missie (presentatie over thema 2)

Tijd: 20 minuten

Griekse cultuur

Tempel: een plek waar Grieken de goden gingen vereren. Ze brachten de goden offers en giften. Elke tempel had één specifieke god die vereert werd.  

Griekse Goden

Wetenschap

De Grieken hielden zich ook al bezig met wetenschap. Ze focusten zich voornamelijk op de werking van de aarde en zochten naar verklaringen voor natuurlijke verschijnselen. Maar ze hielden zich ook bezig met andere terreinen van de wetenschap, zoals wiskunde en de medische wetenschap.

Pythagoras

Filosofie

Filosofie betekent in het grieks: houden van wijsheid (filo = houden van, sophia = wijsheid). 

Een filosoof denkt na over het leven, wijsheid, waarden en normen, het menselijke verstand

Socrates

Voor Socrates was filosofie een zoektocht naar de waarheid.

Dat was niet makkelijk, omdat ieder antwoord dat hij vond weer naar andere vragen leidde.

Mythologie

De Grieken waren, evenals de Egyptenaren, polytheïstisch. 

De verhalen die ze bedachten over hun vele goden worden mythes genoemd. 

Behalve over de goden, gingen de mythes ook over helden zoals Hercules en Achilles. 

Oefenvragen

Wat heb je onthouden van de lezing?

Wat is een stadstaat?

Kenmerken van Griekse stadstaten

1. Een stad die zichzelf bestuurt
2. Een stad met omliggend platteland die zichzelf bestuurt.
3. Een Griekse stad
4. Een vereniging van steden die zichzelf besturen

Waar woonden de Griekse goden?

1. Olympus
2. Olympia
3. Olympische Spelen
4. Agora in Athene

De tijd van Grieken en Romeinen is van:

1. 3000 v.C. tot 1000 n. C.
2. 200 jaar geleden
3. 3000 v.C. tot 500 n. C.
4. 300 jaar geleden

Waarin vereerden de Grieken hun goden?

1. Tempel
2. Moskee
3. Kerk
4. Buiten

Opdracht

Vanuit deze leeractiviteit ga je aan de slag tijdens een workshop uur Gamma met de volgende opdracht.

Criteria:

• Je schrijft je eigen mythische verhaal over een Griekse God.
• Je verhaal is maximaal een half A4 lang.
• Je kiest 1 Griekse god uit die in je verhaal terug komt. 
• Je mailt DRDA je uitwerking uiterlijk volgende week vrijdag (19-01).

Lesafsluiting

Welk begrip heb je vandaag geleerd?