Bedenk klassikaal een verhaal voor de eigen film. Bedenk eerst een thema/onderwerp van het verhaal (en maak hierover eventueel een woordweb). Werk het thema/onderwerp vervolgens uit tot een verhaal aan de hand van de volgende punten.
- Wie? Wie zijn de hoofdpersonen van het verhaal? Zijn er nog andere personages? Zo ja, wie zijn
dat?
- Waar? Waar speelt het verhaal zich af? Bijv. binnen (in een school of woonkamer) en/of buiten (in
een bos of stad).
- Wanneer? Wanneer speelt het verhaal zich af? Noem de periode (bijv. in de middeleeuwen, in de
toekomst of in de zomer). Noem ook de duur (vindt het verhaal bijv. plaats op één dag of in een
maand).
- Wat? Wat maken de hoofdpersonen mee in het verhaal? Wat gebeurt er?
- Waarom? Waarom doen de personages bepaalde dingen? Wat is hun motivatie?
- Hoe? Hoe lost het verhaal op?
Gebruik bijlage 1.2: Werkblad verhaal om de uitkomsten n.a.v. bovenstaande punten op te schrijven. Deze gegevens heb je nodig in de volgende lessen. Tevens heeft de cameraman voor les 7 het uitgeschreven verhaal nodig, zodat hij weet wat en hoe er gefilmd moet gaan worden.
TIP: Zorg ervoor dat alle leerlingen in de film te zien zijn. Zorg dus voor voldoende rollen. Je kunt bijv. in groepjes werken (de goede feeën, de slechte dieven, etc.). Indien er leerlingen zijn die niet herkenbaar in beeld mogen, kunnen zij wellicht een masker en verkleedkleren dragen.
TIP: Het verhaal moet haalbaar zijn, dus het moet in/rondom de school te filmen zijn, zonder al te veel moeilijke rekwisieten (attributen/spullen)!
Je kunt de leerlingen tijdens het verzinnen van het verhaal laten mee tekenen (bijv. de personages, de gebeurtenissen en/of de locaties) of mee laten spelen (wat er gebeurt, voeren de leerlingen in bewegingen uit).
Liever geen klassikale aanpak? Je kunt de leerlingen ook in groepjes een verhaaltje laten verzinnen en/of hen individueel een eigen personage laten tekenen. Vervolgens kunnen deze verhaaltjes/personages het uitgangspunt worden van het algehele verhaal of kan er voor één van de verhaaltjes gekozen worden als basis voor het verhaal.
Geen inspiratie? Bekijk de voorbeeldverhalen in bijlage 1.3: Basisverhalen. Deze kun je gebruiken als basis voor je eigen filmverhaal, waarbij de leerlingen de details kunnen bedenken. Bedenk daarnaast het volgende:
- Is er een thema/project in de klas waar het filmverhaal over kan gaan?
- Is er een boek waarbij het verhaal als inspiratie kan dienen voor de film?
- Wie is er al eens op (school)reis geweest? Heb je toen wat spannends meegemaakt?
- Wie doet er in het weekend wel eens wat leuks (bijv. sport of hobby)? Zo ja, wat doe je dan?
- Heeft één van de ouders misschien een inspirerende baan?
Aan het uitwerken van het verhaal kan t/m les 6 gewerkt worden. Het verhaal hoeft dus nu nog niet helemaal af te zijn. In deze les wordt de basis van het verhaal verzonnen.