Je kunt vertellen hoe spieren opgebouwd zijn. Je kunt uitleggen hoe spieren aan botten vast zitten. Je kunt uitleggen wat er in een spier gebeurt als deze samentrekt. Je kunt uitleggen hoe spieren samenwerken.
Je kunt voorbeelden geven van vermoeibare en onvermoeibare spieren Je kent het verschil tussen vermoeibare en onvermoeibare spieren.
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt de 4 manieren waarop je spieren kunt trainen benoemen en uitleggen. Je kunt voorbeelden geven van vermoeibare en onvermoeibare spieren Je kent het verschil tussen vermoeibare en onvermoeibare spieren.
Slide 3 - Tekstslide
Alle spieren in je lichaam vormen het spierstelsel.
Functie?
Slide 4 - Tekstslide
Pees: de verbinding tussen spier en bot
Spiervezel
Spierbundel
Bot
Spier
Pees
Slide 5 - Tekstslide
Als je een spier aantrekt/ aanspant, dan wordt hij korter.
Let op, alleen de spieren kunnen korter worden, maar pezen niet.
Slide 6 - Tekstslide
Spieren werken samen.
Elke spier heeft een antagonist: een spier die de tegenovergestelde beweging maakt.
Buigspieren en strekspieren.
Slide 7 - Tekstslide
Nog meer spieren
hart
spieren in je verteringsstelsel
Holle spier
70-200 x per minuut samentrekken en ontspannen
Slide 8 - Tekstslide
In slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm zitten lengte spieren en kringspieren
kringspier
lengte spier
Slide 9 - Tekstslide
in slokdarm, maar, dunne darm en dikke darm
Slide 10 - Tekstslide
Willekeurige spieren (skeletspieren) kun je bewust aanspannen.
zijn sterk
raken snel vermoeid
Onwillekeurige spieren werken "vanzelf".
zijn niet sterk
houden het lang vol
Slide 11 - Tekstslide
zelf aan het werk met
huiswerk voor volgende week
= §2.3a en b (en vergeet niet de tegel aan te klikken)