Tijd van steden en staten
(1000 N.Chr tot 1500 N.Chr)
KA 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch urbane samenleving
KA 14: de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
KA 15: het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke
macht het primaat behoorde te hebben
KA 16: de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder
andere in de vorm van de kruistochten
Ka 17: het begin van staatsvorming en centralisatie