Uitleg opdracht zakelijke e-mail

Welkom VT2M

1 / 16

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom VT2M

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je weet wat de oefenopdracht zakelijke e-mail inhoudt

- Je maakt een bouwplan voor jouw zakelijke e-mail

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma

- Welkom (5 min)

- Lezen (15 min)

- Terugblik werkwoordspelling (15 min)

- Uitleg: oefenopdracht zakelijke e-mail (10 min)

- Zelfstandig werken: (bouwplan) zakelijke e-mail (15 min)

- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Schema/stappenplan

Slide 4 - Tekstslide

Vroeger [.......…] (baden) de rijke edelen in de warme baden van Karlsbad.

A. Baden

B. Badden

C. Baadden

D. Baadde

Slide 5 - Tekstslide

Na de oogst van het graan zullen de boeren het stro op hun akkers [............…] (verbranden).

A. Verbranden

B. Verbrande

C. Verbrandde

D. Verbrandden

Slide 6 - Tekstslide

De automobilist […] (trachten) door uit te wijken een aanrijding te […] (vermijden).

A. trachte, vermijden

B. trachtte, vermijdde

C. trachtte, vermijden

D. trachte, vermijdde

Slide 7 - Tekstslide

Toen Jos en Ellen vanuit hun boomhut de buren stiekem […] (bespieden), zagen ze dat die in hun garage xtc […] (bereiden).

A. Bespiedde, bereidde

B. Bespiedde, bereidden

C. Bespiedden, bereidden

D. Bespiedden, bereidde

Slide 8 - Tekstslide

Bedroefd […] (inspecteren) de landbouwers vorige week hun door de storm […] (verwoesten) oogst.

A. Inspecteerden, verwoeste

B. Inspecteerden, verwoestte

C. Inspecteerdden, verwoeste

D. Inspecteerdden, verwoestte

Slide 9 - Tekstslide

Terwijl we de heerlijk […] (bereiden) pizza’s opaten, […] (wachten) we op een appje van onze vrienden.

A. bereidde, wachten

B. bereidde, wachtten

C. bereide, wachten

D. bereide, wachtten

Slide 10 - Tekstslide

In de maanden dat de varkenshouder zijn dieren […] (vetmesten), konden de varkens heerlijk in de modder […] (wroeten).

A. vetmesten, wroeten

B. vetmestte, wroetten

C. vetmestte, wroeten

D. vetmesten, wroetten

Slide 11 - Tekstslide

Toen we op het strand […] (wandelen), […] (storten) onze twee honden zich op een […] (stranden) haai.

A. wandelde, stortte

B. wandelde, stortten

C. wandelden, stortten

D. wandelden, stortte

Slide 12 - Tekstslide

De brandweer zal zich onmiddellijk naar de plaats van de brand […] (spoeden).

A. spoeden

B. spoedden

C. spoedde

Slide 13 - Tekstslide

Enkele goed […] (toerusten) medewerkers […] (beantwoorden) over een uurtje al uw vragen.

A. toegeruste, beantwoorden

B. toegerustte, beantwoorden

C. toegeruste, beantwoordden

D. toegerustte, beantwoordden

Slide 14 - Tekstslide

Oefenopdracht zakelijke e-mail

Vandaag: start

Donderdag: tijd om hier verder aan te werken en dan inleveren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide