Zee speelt grote rol bij ontstaan van het landschap.
______________________________________________
Hoog Nederland:
Ligt hoger dan 1M boven de zeespiegel.
Rivieren en beken voeren water af naar de zee. Meer neerslag dan er verdampt.
Slide 5 - Tekstslide
Hier zijn de openingen gesloten --> ontstaat moeras en veen gebied.
Hier zijn de openingen niet gesloten--> Zout water kan nog toetreden, geen veen grond, maar wel zeeklei gebied. Kleideeltjes zakken naar de bodem : Sedimentatie
Slide 6 - Tekstslide
Moerassen en veen
Duinen werden steeds langer en breder. De eilanden langs de kust van Noord- en Zuid-Holland groeiden daardoor aan elkaar.
In het gebied achter de duinen ontstonden zoetwatermoerassen met waterplanten en riet.
Slide 7 - Tekstslide
- Het deel gelijk naast de rivier noem je een oeverwal (zand).
- Naast de oeverwal heb je komgronden (klei) die gunstig zijn voor de landbouw.
Delta
Wat: gebied met vertakkingen van een rivier die in zee uitkomen.
Waar: In NL in zee.
Hoe:
1. Rivier neemt slib mee.
2. Stroomsnelheid neemt af dus slib blijft liggen.
3. Een slib stroomt dicht en ontstaat een nieuwe aftakking.
Land aan rivieren
Slide 8 - Tekstslide
- Het deel gelijk naast de rivier noem je een oeverwal (zand).
- Naast de oeverwal heb je komgronden (klei) die gunstig zijn voor de landbouw.
Komgrond en oeverwallen
In het midden stroomt een rivier het snelst.
Aan de zijkant van een rivier vindt sedimentatie plaats > oeverwal
Het lage gebied naast de rivier noemen we komgronden.
Land aan rivieren
Slide 9 - Tekstslide
Doorsnede
Welk materiaal?
zwaarste deeltjes zoals zand zakken als eerst naar de bodem dicht bij de rivier.
Verder van rivier stroomt water nog langzamer. Heel fijne kleideeltjes zakken naar de bodem.
Slide 10 - Tekstslide
onderdelen rivierenlandschap
Slide 11 - Tekstslide
lage dijk dicht bij de rivier. Zomerdijken houden alleen het water tegen in de zomer.