Basis Gehandicaptenzorg 3e bijeenkomst

Basis Gehandicaptenzorg
3e bijeenkomst
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperkingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Basis Gehandicaptenzorg
3e bijeenkomst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Aan het einde van deze bijeenkomst heb je....
.... de kenmerken rondom een stoornis, beperking of handicap;
....weet jij de verschillende niveaus van functioneren i.c.m. de ontwikkelleeftijden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoornis, beperking, handicap
Stoornis = als een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont, of beschadigd is. 

Beperking = de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. 

Handicap = een nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoornis 
- Afwijking in, of verlies van, functies of anatomische eigenschappen

- Een stoornis is altijd objectief: een bevoegde arts of psycholoog kan het vaststellen.

- Ze kunnen verergeren, verbeteren en stabiel blijven. Ze kunnen af en toe optreden maar ook voortdurend aanwezig zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van stoornissen
- Intellectuele en andere psychologische stoornissen
      o Autisme                                         o Bipolaire stoornis
      o Depressie                                     o  ADHD
      o Persoonlijkheidsstoornis 

- Stem, spraak en taalstoornissen
- Gehoor – en evenwichtsstoornissen
- Gezichtsstoornissen
- Stoornissen in het bewegen
- Huid – en gevoelsstoornissen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan een beperking een gevolg zijn van een stoornis?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beperking
= de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis.  

Op het gebied van:  
- leren en toepassen van kennis                          - zelfverzorging 
- communicatie                                                           - huishouden 
- mobiliteit                                                                      - communicatie en relaties 
- maatschappelijk leven 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem hulpmiddelen bij een beperking.

Slide 8 - Woordweb


- Auditieve en visuele hulpmiddelen (bril, leesloep, hoorapparaat)
- Orthesen (beugels, spalken, steunzolen)
- Aanpassingen in – en aan de woning
- Hulpmiddelen voor de mobiliteit (looprek, rolstoel)
- Hulpmiddelen voor het aanbieden en structureren van informatie (picto’s, agenda met plaatjes)

Verschillende niveaus

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oorzaak van zwakbegaafdheid

De oorzaak van zwakbegaafdheid ligt in de hersenen.
Dit kan worden veroorzaakt door een fout in de aanleg al voor de geboorte van een kind, maar kan ook worden veroorzaakt door een beschadiging.










Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn volgens jou oorzaken? Denk hierbij aan voor de geboorte, tijdens de geboorte en na de geboorte.

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
Oorzaken voor de geboorte:
Genetische aanleg, o.a. chromosomale afwijking zoals syndroom van Down.
Infecties bij moeder tijdens zwangerschap, zoals hersenvliesontsteking
Blootstelling aan (voor de baby) giftige stoffen tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld alcoholgebruik door moeder
Tijdens de geboorte: Zuurstoftekort, Bloeding
Oorzaken na de geboorte: Infecties, zoals hersenvliesontsteking
Binnen krijgen van giftige stoffen
Hersenletsel veroorzaakt door een ongeluk
Problemen die samengaan met zwakbegaafdheid

Kans op overvraging door omgeving.

Slide 13 - Tekstslide

jdens de geboorte: Zuurstoftekort, Bloeding
Oorzaken na de geboorte: Infecties, zoals hersenvliesontsteking
Binnen krijgen van giftige stoffen
Hersenletsel veroorzaakt door een ongeluk
Problemen die samengaan met zwakbegaafdheid
Kinderen die zwakbegaafd zijn worden vaak thuis of op school overvraagd. Mensen verwachten dingen van hun, die zij met hun intelligentie helemaal niet aankunnen.
Doordat ze overvraagd worden kunnen allerlei emotionele- en gedragsproblemen ontstaan. Wanneer het kind op het juiste niveau wordt aangesproken verdwijnen deze problemen vaak weer.
Gedragsproblemen bij zwakbegaafdheid

 - beweeglijkheid
- concentratie
- impulsiviteit 
- koppigheid
- agressie

Het kan zo zijn dat door de lagere intelligentie het normbesef van het kind zwak is. 
  

Slide 14 - Tekstslide

Het kind kan dan minder goed onderscheid maken tussen wat goed is of slecht is om te doen.
Emotionele en sociale problemen: Het komt ook veel voor dat zwakbegaafde kinderen tegen emotionele en sociale problemen oplopen. Het kan zijn dat een zwakbegaafd kind in de loop van zijn of haar ontwikkeling steeds meer sociale aansluiting vindt bij zijn ‘slimmere’ leeftijdsgenootjes.
Vaak zijn zwakbegaafde kinderen zeer beïnvloedbaar, als het kind ‘verkeerde’ vrienden krijgt kan het zijn dat zij dit gaan uitbuiten door het kind bijvoorbeeld te gaan pesten.
Daarnaast bestaat er ook de kans dat het kind crimineel gedrag gaat vertonen. Doordat ze vaak beïnvloedbaar zijn en een zwak normbesef hebben lopen zij hier een groter risico op. problemen krijgt, doordat het kind steeds minder
Zwakbegaafde kinderen zijn veelal sterk beïnvloedbaar?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Licht verstandelijke beperking
- aanzienlijke beperkingen op het gebied van cognitieve ontwikkeling en adaptieve vaardigheden (ook wel (sociaal) aanpassingsvermogen genoemd).

Cognitieve ontwikkeling
 IQ-score op een score tussen de 50 en 70.




Slide 16 - Tekstslide

Iemand heeft een licht verstandelijke beperking (LVB) als hij aanzienlijke beperkingen heeft op het gebied van cognitieve ontwikkeling en adaptieve vaardigheden (ook wel (sociaal) aanpassingsvermogen genoemd).
Iemand heeft aanzienlijke beperkingen als hij niet voldoet aan dat wat gezien zijn leeftijd en zijn cultuur verwacht wordt.
Cognitieve ontwikkeling
Een licht verstandelijke beperking uit zich qua IQ-score op een score tussen de 50 en 70.
Welke IQ score hebben mensen met een LVB?
A
35-50
B
50-70
C
20-35
D
70-85

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg kenmerken LVB
Moeite met adaptieve vaardigheden
Onder adaptieve vaardigheden vallen:
- Conceptuele vaardigheden (begrijpen en verweken)
- Sociale vaardigheden
- Praktische vaardigheden

Slide 18 - Tekstslide

 Conceptuele vaardigheden
- Sociale vaardigheden, zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen.
- Praktische vaardigheden, zoals persoonlijke verzorging en gebruik maken van openbaar vervoer.
Lezen en schrijven vallen onder?
A
Conceptuele vaardigheden
B
Sociale vaardigheden
C
Praktische vaardigheden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ernstig Meervoudig Beperkt
- naast een (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen ook ernstige lichamelijke beperkingen hebben

 
Mensen met EMB zijn kwetsbaar, verhoogd kans op gezondheidsproblemen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke gezondheidsproblemen hebben mensen met EMB extra kans?
A
epilepsie
B
slaapstoornissen
C
reflux/slikproblemen
D
luchtweginfecties

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuning bij alle activiteiten en communicatie


Mensen met EMB hebben ondersteuning nodig bij alle dagelijkse activiteiten.

Communicatie is een grote uitdaging in de begeleiding. 

"Ken de cliënt"

Slide 22 - Tekstslide

Dit is meestal niet eenvoudig, omdat mensen met EMB niet of nauwelijks door middel van taal communiceren. Om de – vaak kleine - signalen te zien die mensen met EMB laten zien, moet je als begeleider die persoon goed kennen en steeds alert zijn op deze signalen.

Slide 23 - Video

Verdieping in de onderdelen:
zwakbegaafdheid
licht verstandelijke beperking
ernstige meervoudige beperking
Het ontwikkelingsniveau van een zorgvrager met een zeer ernstige verstandelijke beperking:
A
35/40 - 50/55
B
<20/25
C
20/25 - 35/40

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik doelen
Aan het einde van deze bijeenkomst weet jij..
....de kenmerken rondom een stoornis, beperking of handicap...
....weet jij de verschillende niveaus van functioneren i.c.m. de ontwikkelleeftijden. 



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Werkblad voor je logboek: Zie Itslearning

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies