Les 1 en 2. Gehandicaptenzorg/ontwikkelingspsychologie

Gehandicaptenzorg/ ontwikkelingspsychologie 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gehandicaptenzorg/ ontwikkelingspsychologie 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag

  • Aan het einde van de les kun jij benoemen waar we het over gaan hebben in de lessen GHZ.
  • Aan het einde van de les weet jij wat het verschil is tussen een beperking, handicap en een stoornis.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Stoornis, beperking, handicap
Stoornis = als een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont, of beschadigd is. 

Beperking = de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. 

Handicap = een nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. 

Slide 4 - Tekstslide

Lichamelijke beperkingen
Motorische handicaps
een dwarslesie, reumatische aandoening. de ziekte van parkinson, MS

Zintuiglijke handicaps
Visuele beperking, auditieve beperking of beide (syndroom van Usher

Chronische handicaps (soms ook door ouderdom)
Handicaps in de organen 


Slide 5 - Tekstslide

Ernstig meervoudige beperking
De term ernstige meervoudige beperkingen (EMB) wordt meestal gebruikt voor mensen die naast een (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen ook ernstige lichamelijke beperkingen hebben

Slide 6 - Tekstslide

Algemene informatie EMB.
15.000 mensen in NL hebben een EMB. 

IQ = lager dan 25 
Ontwikkelingsleeftijd van maximaal 2 jaar.

Ervaringsordening van Timmers-Huijgens: lichamelijke ervaringsordening 
Alles wordt ervaren middels het lichaam (dit is hetzelfde als bij een baby)

Slide 7 - Tekstslide

Ontstaan van EMB:
  • Aangeboren hersenletsel 
  • Een chromosomale afwijking
  • Een ernstige infectieziekte bij de moeder tijdens de zwangerschap, zoals hepatitis C
  • Een ernstige infectieziekte bij het kind, zoals een hersenvliesontsteking
  • Zuurstofgebrek bij de geboorte
  • Een zwaar trauma, zoals een ongeluk

Slide 8 - Tekstslide

Mate van verstandelijke beperking

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een licht verstandelijke beperking?
  • een IQ tussen de 50 en 75. 

  • Ze kunnen veel, maar vinden het soms moeilijk om dingen te begrijpen. 
  • Sommigen maken moeilijk contact met anderen. 

  • Bovendien hebben ze het vaak lastig op school, op het werk of thuis.

  • Sommige mensen met een licht verstandelijke beperking hebben leerproblemen, gedragsproblemen of een psychische aandoening.

Slide 10 - Tekstslide

Matig tot ernstig verstandelijke beperking
  • Hebben moeite de wereld om zich heen te begrijpen. 

  • Zij hebben de mensen uit hun omgeving hard nodig, om de opgedane ervaringen te ordenen en zich veilig te voelen. 

  • Ze hebben de ruimte nodig om in een vertrouwde omgeving zichzelf te kunnen zijn.

  • De ontwikkelingsleeftijd van mensen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking ligt tussen 2 en 6 jaar. 




Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Duidelijk communiceren
Als je met een zorgvrager met een ernstige verstandelijke beperking communiceert, gebruik je altijd eenvoudige taal. Welke van de volgende zinnen begrijpt de zorgvrager waarschijnlijk?
1. Als toetje kun je kiezen uit yoghurt of appelmoes. Waar heb je zin in?
2. Wil je nog een kopje thee?
3. Je mag Jos niet slaan.
4. Voordat je zo naar bed gaat, help ik je met je pyjama.
5. We gaan zo naar buiten.
6. Wil je een banaan?

Slide 13 - Tekstslide

Zeer ernstig verstandelijke beperking
Een zeer ernstige verstandelijke beperking betekent dat de verstandelijke beperking dusdanig ernstig is dat het IQ niet betrouwbaar te meten is.

In deze gevallen is het altijd een zeer ernstig meervoudige beperking, gezien het feit dat ze motorisch niet in staat zijn op de bewegen. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Ontwikkelingspsychologie

Slide 16 - Tekstslide

Ongeboren kind
40 weken
Baby
(0-18 maanden)
Peuter
(18 maanden-4 jaar)
Kleuter
(4-6 jaar)
Schoolkind
(6-12 jaar)
Puber
(12-17 jaar)
Adolescent
(17-25 jaar)
Volwassene
(25-67 jaar
Oudere mens 
(67 jaar en ouder)

Ontwikkeling fases van de mens: 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide