Als je met een zorgvrager met een ernstige verstandelijke beperking communiceert, gebruik je altijd eenvoudige taal. Welke van de volgende zinnen begrijpt de zorgvrager waarschijnlijk?
1. Als toetje kun je kiezen uit yoghurt of appelmoes. Waar heb je zin in?
2. Wil je nog een kopje thee?
3. Je mag Jos niet slaan.
4. Voordat je zo naar bed gaat, help ik je met je pyjama.
5. We gaan zo naar buiten.
6. Wil je een banaan?