Rekenen met kommagetallen

KLAAR OM TE BEGINNEN...
De jassen aan de kapstok.
                Stop je telefoon in de telefoontas.
Pak jouw boek en schrift.
Rustig op zijn plek zitten.
      Tijdens de les niet naar de wc.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KLAAR OM TE BEGINNEN...
De jassen aan de kapstok.
                Stop je telefoon in de telefoontas.
Pak jouw boek en schrift.
Rustig op zijn plek zitten.
      Tijdens de les niet naar de wc.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

H7.Decimale Getallen (kommagetallen)

Slide 3 - Tekstslide



Rekenen met decimale getallen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je kunt optellen en aftrekken met kommagetallen.

Je kunt vermenigvuldigen en delen met kommagetallen.

Slide 5 - Tekstslide

Even warming up:

Slide 6 - Tekstslide

Even herhaling:
Het getal voor de komma is een geheel getal.
 
Het getal na de komma is een decimaal getal.
 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: 3,4 +2,5 = ?


STAP 1 : Komma's onder elkaar plaatsen.


STAP 2:Haal de komma's uit de getallen.(wegdenken)


STAP 3: Zet de komma terug in de uitkomst.






Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld: 8,6-3,4 = ?

STAP 1 : Komma's onder elkaar plaatsen.


STAP 2:Haal de komma's uit de getallen.(wegdenken)


STAP 3: Zet de komma terug in de uitkomst.






Slide 10 - Tekstslide

Je wil boodschappen doen bij de supermarkt.
2,80 + 0,65 = 3,45 euro

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld: 6 x 0,9 =?
Welke stappen moet je volgen?

STAP 1 :Haal de komma's uit de getallen.(wegdeken)
               
STAP 2: Reken de opgave zonder komma getallen uit.
                      54 tiende
STAP 3: Zet de komma terug in de uitkomst.
                       5,4





6 x 9 tienden

Slide 13 - Tekstslide

voorbeeld:   4,2 : 2 = ?
STAP 1 :Haal de komma's uit de getallen.(wegdeken)
               
STAP 2: Reken de opgave zonder komma getallen uit.
                      
STAP 3: Zet de komma terug in de uitkomst.
                       





Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

0,7 + 2,9 =?
A
4,9
B
4,6
C
3.9
D
3,6

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel is 9,6 - 3,4 =
A
5,9
B
6,2
C
6
D
5,8

Slide 17 - Quizvraag

1,5 x 5 = ?
A
7,5
B
7,4
C
2,5
D
5,5

Slide 18 - Quizvraag

sleep naar de juiste plaats:
honderdtallen
eenheden
tienden
duizendsten

Slide 19 - Sleepvraag

4,5 x 2 = ?
A
8
B
0,9
C
9
D
1,9

Slide 20 - Quizvraag

2,1 x 0,6 =
A
1,26
B
126
C
12,6
D
18

Slide 21 - Quizvraag

4,6-2,5 =
A
0,4
B
0,21
C
2,1
D
4

Slide 22 - Quizvraag

2,7 : 9=
A
9
B
30
C
0,3
D
0,03

Slide 23 - Quizvraag

9,6 : 3 =
A
3,2
B
32
C
0,32
D
320

Slide 24 - Quizvraag


Bekijk de folder. Hoeveel euro moet je betallen?
A
7,49
B
8,49
C
7,48
D
7

Slide 25 - Quizvraag


12,9 + 13,1 =
A
26,9
B
26
C
27
D
26,9

Slide 26 - Quizvraag

Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Slide 27 - Open vraag

Zelf aan de slag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video