Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
grammar music- Conjunctions voegwoorden
Conjunctions
voegwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Conjunctions
voegwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Linking words/phrases
Slide 2 - Tekstslide
Choose the correct conjunction (voegwoord): I've done this for you __________ I like you
A
but
B
although
C
because
D
when
Slide 3 - Quizvraag
Choose the correct conjunction (voegwoord): Would you like tea__________ coffee
A
and
B
or
C
if
D
so
Slide 4 - Quizvraag
My brother failed the exam ................ he studied hard.
A
even though
B
or
C
since
D
but
Slide 5 - Quizvraag
Do you want to see a movie.............. go bowling?
A
or
B
for
C
so
Slide 6 - Quizvraag
I went to watch The Fault in Our Stars film ............... I liked the book so much.
A
because
B
however
C
though
D
so
Slide 7 - Quizvraag
She is not a fan of Italian food............ she does like spaghetti.
A
as
B
but
C
and
Slide 8 - Quizvraag
tegenstelling
oorzaak
reden
voorwaarde
tijd
after
although
as
as if
because
before
even if
even though
if
if only
rather than
since
though
unless
until
whether
while
Slide 9 - Sleepvraag
Used to
Om te zeggen dat iets vroeger gebeurde.
I used to have long hair
(but now I have short hair).
He used to smoke
(but now he doesn't smoke).
They used to live in India
(but now they live in Germany).
Slide 10 - Tekstslide
used to + hele werkwoord/infinitive
Slide 11 - Tekstslide
Used to ......
'Used to' linked to 'vroeger'
'Vroeger' hoef je in de zin
niet
te vertalen!
Dus:
Vicky
woonde vroeger
bij haar opa
=
Vicky
used to live
with her grandad.
Slide 12 - Tekstslide
Some examples - Used to
I
used to
be
small - Vroeger was ik klein
She
used to
have
braces - Vroeger had ik een beugel.
We
used to
play
football every week - Vroeger speelden we elke week voetbal.
Slide 13 - Tekstslide
Fill in the correct form:
Grandpa ___ 5 miles every day.
A
used to swim
B
used to swam
C
used to swum
D
used to swimmed
Slide 14 - Quizvraag
Fill in the correct form:
I ____ to bed very late.
A
used to go
B
used to went
C
used to gone
D
used to goes
Slide 15 - Quizvraag
Vul de vorm van used to in.
(-) ____ (she - to eat) meat.
Slide 16 - Open vraag
Vul de vorm van used to in.
(-) ____ (we - come) here.
Slide 17 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
U1) Conjunctions + used to
Juni 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3V Conjunctions
Januari 2024
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
202324 Genetive (herhaling) + Voegwoorden / conjunctions
December 2023
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Lesson 7: Unit 1.5 Writing + Used to + Conjunctions
September 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
grammar music- Conjunctions voegwoorden
Oktober 2019
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Possessives + conjunctions 3VWO
Oktober 2022
- Les met
50 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H3E_hhles_conjunctions_18032019
Maart 2019
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6
Conjunctions
Oktober 2019
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6