oogaandoeningen
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al van het oog?
anatomie, oogaandoeningen,
geneesmiddelen enz.
anatomie, oogaandoeningen,
geneesmiddelen enz.
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor oculentum?
A
oogdruppel
B
oogwassing
C
oogzalf
D
ooggel
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn de eisen die aan oogmedicatie worden gesteld?
A
steriel; pH 3,5-10,4; isotoon; geconserveerd
B
steriel; pH 2,5-11,4; isotoon, geconserveerd
C
steriel; pH 3,5-10,4; hypertoon; geconserveerd
D
steriel; pH 3,5-10,4; hypotoon; geconserveerd
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
De verschijnselen zijn roodheid, branderig gevoel, tranen en jeuk.
Over welke oogaandoening gaat dit?
Over welke oogaandoening gaat dit?
A
lui oog
B
glaucoom
C
ooginfectie
D
irritatie van de ogen
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Welke geneesmiddelen worden gebruikt bij overgevoeligheidsreacties van de ogen?
A
timolol
B
atropine
C
levocabastine
D
fucidinezuur
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat hoort niet bij glaucoom:
A
verhoogde oogboldruk
B
gezichtsveld kleiner
C
afsterven oogzenuw
D
aanmaak kamerwater verhogen
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
timolol
latanoprost
brimonidine
verminderen aanmaak kamerwater
bevorderen afvoer kamerwater
bevorderen afvoer kamerwater en remmen aanmaak van kamerwater
betablokker
prostaglandineagonist
sympaticomimeticum
