vraagwoorden/ hulp ww

Vraagwoorden 
en
can vs could
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vraagwoorden 
en
can vs could

Slide 1 - Tekstslide

wie
wat
waar
wanneer
waarom
hoe
where
who
what
when
why
How

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

... is a ‘surname’?
A
who
B
what
C
where
D
when

Slide 4 - Quizvraag

... is your birthday?
A
whan
B
where
C
when
D
wehn

Slide 5 - Quizvraag

... is Emma sad?
A
who
B
where
C
when
D
why

Slide 6 - Quizvraag

... are you today?
A
how
B
who
C
woh
D
hwo

Slide 7 - Quizvraag

... is your bike?
A
where
B
were
C
we're

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bob (1)...
swim now, but he (2)...
when he was 3 years old.
A
can - could
B
can - couldn't
C
can't - could
D
can't - couldn't

Slide 12 - Quizvraag

Last week we ...
go swimming, because it was raining.
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't

Slide 13 - Quizvraag

Penguins (1) ...
fly, but most other birds (2) ...
.

Slide 14 - Open vraag