quiz hoofdstuk 6, 7, 8
Check-in
😒🙁😐🙂😃
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Check-in
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Poll
vooraf aan de les even checken hoe iedereen er in zit.
Het verschil in beperkte gemeenschap van goederen en algehele gemeenschap van goederen is...
A
Verknochte goederen vallen niet onder gezamenlijk vermogen
B
bij beperkt: al het vermogen ná het huwelijk blijft van jezelf
C
bij algeheel: al het vermogen ná het huwelijk blijft van jezelf
D
bij beperkt: al het vermogen van vóór het huwelijk blijft van jezelf.
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het aanbod van arbeid bestaat uit..
A
mensen in loondienst + zelfstandigen + vacatures
B
mensen in loondienst + zelfstandigen + werklozen
C
werknemers + zelfstandigen
D
werknemers + werklozen
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In een dorp Aldam staan 5.000 identieke woonhuizen met een herbouwwaarde van € 250.000. Per jaar worden gemiddeld twee woonhuizen geheel door brand verwoest.
Hoe berekenen we de premie per jaar voor elk huiseigenaar?
Premie exclusief bedrijfskosten van verzekeraar en winstopslag.
Hoe berekenen we de premie per jaar voor elk huiseigenaar?
Premie exclusief bedrijfskosten van verzekeraar en winstopslag.
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Collectieve verzekeringen zijn ........................,
particulieren verzekeringen zijn meestal .....................
Mensen die zich verzekeren zijn ..........................
hiermee doen ze aan ..........................
Als de premie niet voor iedere verzekerde gelijk is doet de verzekeraar aan ..............................
risicospreiding
verplicht
risico-avers
niet verplicht
premiedifferentiatie
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Juist of onjuist?
Als je een hypotheek afsluit, heb je altijd een onderpand.
Als je een hypotheek afsluit, heb je altijd een onderpand.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verzin zelf een voorbeeld van een morele vrijbrief.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Er is sprake van een positief extern effect als ...
De gebruiker er zelf positief voordeel van heeft.
Het voordeel niet verwerkt is in de prijs.
De welvaart van anderen hierdoor wordt vergroot.
De welvaart van anderen dan de veroorzaker(s) van het effect hierdoor wordt verkleind.
Slide 8 - Sleepvraag
Leerlingen hoeven niet alle onderdelen te verslepen. Alleen B & C zijn juist.
Wat is de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid?
A
€5 en 800 producten
B
€5 en 400 producten
C
€6 en 600 producten
D
€6 en 800 producten
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Evenwichtsprijs
Betalingsbereidheid
evenwichtshoeveelheid
Leveringsbereidheid
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke vraag lijn zal bij primaire goederen horen?
A
B
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je voor korte tijd een woning nodig hebt kun je beter huren.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort niet bij een huurwoning?
A
klein onderhoud
B
groot onderhoud
C
huurverhoging
D
huurtoeslag
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voordelen kopen
Voordelen huren
Eigendom
Vermogensvorming
Kwaliteit wonen
Aanpassing woning
Rente aftrekking
Op termijn lasten nihil
Flexibel
Minder verzekeringen
Geen kosten onderhoud
Huur toeslag
Lage woonlasten
Geen onr. zaak bel.
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik weet nu na deze les beter wat ik al wel beheers van de toets stof en wat ik nog extra zal oefenen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 15 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Hoe leerzaam vond je deze training?
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
