1/2 Handel en nijverheid in de Republiek

De tijd van regenten
en vorsten
DE REPUBLIEK



​​1. Handel en nijverheid in de Republiek.
2. Handel in de Oost en de West.
3. De Gouden Eeuw.
4. Machtige koningen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De tijd van regenten
en vorsten
DE REPUBLIEK



​​1. Handel en nijverheid in de Republiek.
2. Handel in de Oost en de West.
3. De Gouden Eeuw.
4. Machtige koningen.

Slide 1 - Tekstslide

                 

                          - Uitleggen waarom
                             de Republiek in de 
                             17e eeuw opbloeit.
                          - Uitleggen hoe koop-
                             en ambachtslieden 
                            hun geld verdienen.
                          - Uitleggen waarom
                             mensen naar Holland
                             en Zeeland trekken.
LEERDOELEN
Na deze les kun je maken:
  • LB 5.2

Slide 2 - Tekstslide

De Oost-
zeehandel
Bloeiende handel.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


Bekijk hiernaast een kaart van Europa (1635) uit het boek de Atlas Mayor, gemaakt door de wereldberoemde Nederlandse kaartenmaker 
Joan Blaeu.

De rijkdom van de
17e-eeuwse Republiek komt vooral door de Oostzeehandel.

Maar waar ligt de Oostzee? 


Slide 5 - Sleepvraag

De Oostzeehandel wordt ook wel
de "moedernegotie" genoemd.
Waarom was dat?
A
Omdat de Republiek goed kon onderhandelen.
B
Omdat je met je moeder onderhandelt over je zakgeld.
C
Omdat deze handel erg negatief was voor de Republiek.
D
Omdat dit de belangrijkste handel was voor de Republiek.

Slide 6 - Quizvraag

De Nederlanders waren erg 
belangrijk in de Oostzeehandel, 
hoe kon je dat zien in Dansk (Polen)?

(2 antwoorden mogelijk)

Slide 7 - Woordweb

Amsterdam
Welke handel heeft Amsterdam eind 16e eeuw met het Oostzeegebied?

Slide 8 - Woordweb

Oorzaak bloei 1/2
  •  Moedernegotie: “moeder van alle handel” 
  • = hetzelfde als Oostzeehandel
  • = basis economisch succes Republiek

  • Export naar Oostzee
  • Nederlandse producten
 
  • Import uit Oostzee: 
  • Graan: eten voor groeiende steden 
  • Hout: constante bouw grote schepen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe word de Oostzeehandel ook wel genoemd?
A
belangrijkste handel
B
Vaderlandse goederen
C
Driekhoekshandel
D
Moedernegotie

Slide 10 - Quizvraag

De koning van Spanje , Filips II, was de landsheer van de Nederlanden. In 1568 brak een opstand tegen hem uit, dit had twee redenen:

1 . De koning wilde de Nederlanden vanuit één punt besturen: Brussel. 
Hiernaast moesten alle wetten overal gelijk zijn.

2. ............................................................ werden streng gestraft om hun geloof. 

De leider van de opstand was ............................................................ . 

Hij werd geholpen door de ............................................................ .
Maak de tekst compleet 1/2
Willem-Alexander
Willem van Oranje
Watergeuzen
Den Briellers
katholieken
protestanten

Slide 11 - Sleepvraag

Welke stad is in de 16e eeuw
de belangrijkste havenstad van
de Nederlanden?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
Antwerpen
D
Gent

Slide 12 - Quizvraag

Gezocht!
Bloeiende handel.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Oorzaak bloei 2/2
  • Antwerpen valt in 1585
  • = Einde gouden eeuw van Antwerpen
  • Spanje neemt het zuiden over
  • Massale vlucht naar de Republiek

  • Amsterdam neemt rol van Antwerpen over
  • < 1585 vooral grondstoffen
  • > 1585 ook luxeproducten 
  • (bont, dure stoffen, specerijen)



Slide 15 - Tekstslide

Antwerpen
Amsterdam
Welke handel heeft Antwerpen in de 16e eeuw wat Amsterdam NIET heeft?

Slide 16 - Woordweb

In 1581 besloten de zeven noordelijke gewesten dat zij Filips II niet meer als landsheer wilden. 

In het Plakkaat van ............................................................ vertelden ze waarom: 
een koning die slecht is voor zijn volk hoef je niet trouw te blijven. 

In het jaar 1588 vormden zij een nieuw land: ............................................................ .

Dit land werd bestuurd door de staten - ............................................................ , 
een vergadering van vertegenwoordigers. 
Zij namen beslissingen over de buitenlandse politiek en het leger. 
Andere zaken mochten gewesten zelf regelen.
Maak de tekst compleet 2/2
de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
het Koninkrijk 
der Nederlanden
Utrecht
Verlatinghe
generaal
majoor

Slide 17 - Sleepvraag

Antwerpen
Bloeiende handel.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Op welke manier zorgden de vluchtelingen uit
de zuidelijke Nederlanden voor
de economische bloei van de Republiek?
A
Door de vlucht van de rijke handelaren van Antwerpen naar Amsterdam werden de Spanjaarden verzwakt in de oorlog.
B
Veel van de vluchtelingen waren handelaren en vluchtten naar Amsterdam waar hun kapitaal en handelskennis goed van pas kwam.
C
De vluchtelingen werden in de Republiek goed onthaald, zij kregen allerlei privileges zoals vrij wonen en zij werden geholpen met het opzetten van een eigen bedrijf.
D
Veel vluchtelingen hadden een beroep in de handel en nijverheid en konden zo meteen aan het werk in de scheepsbouw in Amsterdam.

Slide 20 - Quizvraag

                 

                          - Uitleggen waarom
                             de Republiek in de 
                             17e eeuw opbloeit.
                          - Uitleggen hoe koop-
                             en ambachtslieden 
                            hun geld verdienen.
                          - Uitleggen waarom
                             mensen naar Holland
                             en Zeeland trekken.
LEERDOELEN
Nu kun je maken:
  • LB 5.2
Wil je meer leren? Maak:
  • LB 6.35

Slide 21 - Tekstslide

katholiek
protestant
De Republiek
Spaanse Nederlanden
Amsterdam
Antwerpen
NOORD
ZUID

Slide 22 - Sleepvraag

Stel een vraag over
iets dat je nog niet zo
goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag