2.5 zakelijke brieven en e-mails

Schrijven
2.5 Zakelijke brieven en e-mails
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schrijven
2.5 Zakelijke brieven en e-mails

Slide 1 - Tekstslide

Donderdag 29 mei
Lesdoel: je schrijft verzorgde brieven en e-mails 

  • Behandelen Schrijven 2.5 Zakelijke brieven en e-mails
  • Verder lezen in het boek

Slide 2 - Tekstslide

Zakelijke correspondentie

Slide 3 - Tekstslide

Formele (zakelijke) taal

* Gebruik je in serieuze situaties
* Gebruik je vooral als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die 'belangrijk' zijn
* Je gedraagt je netter en gebruikt ook nettere taal





Slide 4 - Tekstslide

Informele taal
* Gebruik je in minder serieuze situaties
* Wanneer je bijvoorbeeld praat met je vrienden (via WhatsApp)
* Betekent niet dat je meer fouten mag maken ;) Je gebruikt alleen wat eenvoudigere wo
orden

Slide 5 - Tekstslide

Je schrijft een sollicitatiebrief voor een stageplaats in een ziekenhuis.
A
Zakelijke (formele) correspondentie
B
informele correspondentie

Slide 6 - Quizvraag

Je hebt een klacht over een product en besluit om het bedrijf een mail te sturen.
A
Zakelijke (formele) correspondentie
B
Informele correspondentie

Slide 7 - Quizvraag

Je schrijft een e-mail naar jouw directe collega om te vragen of hij een dienst wil ruilen.
A
Zakelijke (formele) correspondentie
B
Informele correspondentie

Slide 8 - Quizvraag

Vaste onderdelen brief en mail

Slide 9 - Tekstslide

Tips voor leesbaarheid
  • Gebruik een witregel na de aanhef en voor de groet
  • Verdeel de tekst in alinea's
  • Zet tussen de alinea's een witregel
  • Schrijf binnen de alinea's achter elkaar door
  • Gebruik in lange e-mails of brieven duidelijke tussenkoppen
  • Niet alle mails hoeven uitgebreid; kort, duidelijk en zakelijk is belangrijk

Slide 10 - Tekstslide

inleiding
kern
slot
Wat wil je en waarom? Je behandelt de verschillende kanten van je onderwerp; de deelonderwerpen. Deze zet je in een logische volgorde.
Hier kun je nogmaals het doel van de brief weergeven. Je schrijft precies wat je verwacht van de ontvanger. 
Hier vertel je wat de aanleiding is voor het schrijven van je brief. Nooit beginnen met ik of mijn, dit is onbeleefd.

Slide 11 - Sleepvraag

Wat betekent 't.a.v.' in een zakelijke brief of e-mail?
A
ter attentie van
B
ter attentie voor
C
ten attentie van
D
ten attentie voor

Slide 12 - Quizvraag

Voorbeeld brief

Slide 13 - Tekstslide

Hoe spel ik namen in de aanhef?

Slide 14 - Tekstslide

Welke aanhef is goed voor een zakelijke brief of e-mail?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte A. de Groot,
C
Beste Mevrouw Bakker,
D
Geachte heer Van Baalen,

Slide 15 - Quizvraag

Voorbeeld zakelijke brief
Vinden jullie alle fouten?

Slide 16 - Tekstslide

Nog vragen? Alles duidelijk?
Dan nu:
  • Verder lezen in jouw gekozen boek
  • Heb je het boek niet mee? Huiswerk van volgende week (zie planning)

Slide 17 - Tekstslide