Week 1: les 2 Medische terminologie

AFP DA1

Medische terminologie - het menselijk lichaam

Week 1 les 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

AFP DA1

Medische terminologie - het menselijk lichaam

Week 1 les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling les 1 + nakijken opdracht 4
  • Uitleg richting aanduidingen
  • Werken aan opdrachten 
  • Meervoudsvormen
  • Werken aan opdrachten
  • Afkortingen
  • Werken aan opdrachten



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van deze les
-De student heeft kennis van de richtingaanduidingen en bewegingen van het menselijk lichaam.
- De student heeft kennis van de anatomische positie en - vlakken van het menselijk lichaam.
-De student kan de regels rondom enkelvoud- en meervoudsvormen toepassen in de medische terminologie. 
-De student heeft kennis van de medische terminologie. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
Opdracht 4 reader medische terminologie nakijken + wat woorden uit de vorige les herhalen. 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomische positie
Gaat uit van een lichaam dat:
  1. rechtop staat; 
  2. gezicht naar voren;
  3. de armen langs de zijkant met de handpalmen naar voren; 
  4. de benen staan recht onder het lichaam met de voeten iets uit elkaar. 

Vanuit deze positie kunnen we d.m.v. anatomische vlakken aangeven waar iets zit. 

Slide 5 - Tekstslide

Anatomische positie is bedacht zodat we in de medische wereld allemaal dezelfde taal spreken als we willen aangeven waar iets zit in het lichaam. 

Anatomische vlakken
  1. Transversale vlak
  2. Paramediane vlak
  3. Mediane vlak
  4. Frontale vlak 

Slide 6 - Tekstslide

Zie blz 6 en 7 van med terminologie AF


Het frontale vlak verdeelt het lichaam in een voor en achter gedeelte

Het transversale of horizontale vlak verdeelt het lichaam in een boven- en onderhelft

Het transversale vlak of de dwarsdoorsnede is het anatomische vlak dat dwars op de lichaamsas staat. Dit is horizontaal bij de mens en verticaal bij dieren. Bij lichaamsdelen wordt de hoofdas van het lichaamsdeel beschouwd. Het transversale vlak verdeelt het lichaam van de mens in een boven- en onderkant.
Transversale vlak
-Wordt ook wel horizontale vlak genoemd. 
-Scheidt de bovenzijde van de onderzijde. 
-Maakt een dwarsdoorsnede door het lichaam. 
-Verdeelt het lichaam in een craniaal en caudaal gedeelte (boven en onder) (richting de schedel/-de staart)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
De schedel ligt craniaal t.o.v. de schouderbladen en de schouderbladen caudaal van de schedel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mediane vlak
-Verdeelt lichaam in sinister en dexter gedeelte. 
-Ook kunnen we aangeven of iets dichtbij (mediaal) of ver (lateraal) van de middellijn afligt. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Het hart licht mediaal van de bovenarm en de bovenarm ligt lateraal van het hart. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frontale vlak
-Snijdt het lichaam verticaal  in een voorste en achterste helft.
-Loopt evenwijdig aan het voorhoofd en maakt een 
frontale doorsnede door het lichaam. 
-Verdeelt het lichaam in:
ventraal: voorzijde/ aan de kant vd buik
dorsaal: achterzijde/ aan de kant vd rug




ante

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
De wervelkolom ligt dorsaal van het borstbeen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paramediane vlak
-In het plaatje geel
-Naast het mediane vlak gelegen.
-Loopt evenwijdig aan het mediaanvlak, maar ligt buiten de mediaanlijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatsaanduidingen/ Positionele termen
H1.4.2 
A. superior of craniaal
B. Inferior of caudaal
C. Anterior of ventraal
D. Posterior of dorsaal
E. lateraal
F. mediaal

Slide 14 - Tekstslide

Zie blz 6 en 7 van med terminologie AF
Er komen er nog 2 bij.
A. superior of craniaal
B. Inferior of caudaal
C. Anterior of ventraal
D. Posterior of dorsaal
E. lateraal
F. mediaal

Slide 15 - Tekstslide

Zie blz 6 en 7 van med terminologie AF
Om het nog lastiger te maken. Soms hebben verschillende termen dezelfde betekenis. 
A. superior of craniaal
B. Inferior of caudaal
C. Anterior of ventraal
D. Posterior of dorsaal
E. lateraal
F. mediaal

Slide 16 - Tekstslide

Zie blz 6 en 7 van med terminologie AF

Slide 17 - Tekstslide

Distaal = afstand. Van de romp af

Proximaal = naar romp toe / richting je romp

Enkel ligt distaal van je knie

Bewegingen
                                                               Boek H1.4.3

Slide 18 - Tekstslide

zie blz 8 + 9 in med terminolgie AF
Aan de slag
Opdracht bewegingsrichtingen

Opdracht medische terminologie het menselijk lichaam (alleen opdracht 1)


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoudsvormen
Latijnse enkelvoudige woorden eindigen vaak op:
a - us - um
Villa         Medicus            Museum
Meervoud hiervan is:
Villae                  Medici                  Musea

Zie ook: opdracht meervoudsvormen en oefenen medische terminologie. Deze leren en evt. zelfstandig oefenen m.b.v. opdracht 3.



Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden:
Antibiotica - antibioticum 
Tubulus - tubuli
Thrombus-trombi
Capsula - capsulae
Opdracht afkortingen medische terminologie
1. Bekijk in het boek Inleiding medische kennis H.2. het blauwe deel op blz. 14. Wat staat er in de brief? Vertaal de afkortingen en de woorden die je niet weet. Maak gebruik van blz. 20



Slide 21 - Tekstslide

Niet klassikaal bespreken. Studenten kunnen zelf (later) controleren of ze het juist hebben m.b.v. blz. 21.
Vervolg opdracht
1. ‘’Mevrouw de Boer heb ik op mijn su gezien vanwege een positieve FA voor hypertensie. Ik heb bij haar de RR gemeten en ik heb hierbij g.d.a. waargenomen. ‘’
2. ‘’Meneer Vriends heeft bij de doktersassistent een ECG laten maken vanwege een VG met hartklachten. Hij wordt na het LO door de arts verw naar het zkh.’’
3. ‘’Jessica (DA) heeft i.o.m. de arts een verw. Gemaakt voor het maken van een X van de arm van mevrouw de Wit’’.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervangende opdracht toelichten
Zie week 38 Cumlaude
Bijbehorend werkblad uitdelen. Maak een foto van je uitwerking en plak deze in je antwoorden die je inlevert in Cumlaude. 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Maken opdrachten meervoudsvormen en oefenen medische terminologie en overige opdrachten uit de Lessonup die je nog niet af had. 
  • Leren: 
-Medische terminologie Anatomie en fysiologie hoofdstuk 1: Inleiding in de medische terminologie (Alleen H.1.3 en 1.4.)
-Inleiding medische kennis hoofdstuk 2 (Alleen 2.1, 2.2, 2.3, 2.5 blz. 14 en 20 en 2.6 t/m blz. 23
-Lessonup/aantekeningen/opdrachten tot nu toe. 

Volgende week beginnen we aan een nieuw onderwerp, namelijk opbouw menselijk lichaam.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies