Les 7

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Stil lezen

1. Pak een strip/ boek.

2. Ga rustig zitten.

3. Begin te lezen.

4. Als iedereen zit, gaat de klok lopen.

Hoi 2Va!

Het straattaalwoord van de dag

Wat doen we verder vandaag?

1. Korte oefening met enkelvoudige/ samengestelde zinnen

2. We doen een quiz van 9 vragen (eerste 2 krijgen prijs)

3. We krijgen tijd om huiswerk te na te kijken en te maken.

4. Samengestelde zin(nen) maken

Enkelvoudig/ samengestelde zin

OPDRACHT:       ZET DE ZINNEN IN DE VERLEDEN TIJD.

VRAAG:               HOEVEEL WOORDEN VERANDEREN ER?

1- Kim is ziek naar huis gegaan.

2- Bilal doet een coronatest en Oualid maakt een proefwerk.

3 - Stefen haat Nederlands en Rodas vindt geschiedenis een vreselijk vak.

4- Shelia scoort een doelpunt.

Wat doen we verder vandaag?

1. Korte oefening met enkelvoudige/ samengestelde zinnen

2. We doen een quiz van 9 vragen (eerste 2 krijgen prijs)

3. We krijgen tijd om huiswerk te na te kijken en te maken.

4. Samengestelde zin(nen) maken

Wat is het lijdend voorwerp van deze zin?

Sarah geeft haar kat brokjes.

1. Sarah
2. haar kat
3. brokjes

Wat is werkwoordelijk gezegde van deze zin?

Je moet niet zo lopen te zeuren!

1. moet
2. moet zeuren
3. moet niet zeuren
4. moet lopen te zeuren

Wat is de goede volgorde?

1. persoonsvorm/ onderwerp/ zinsdelen/ werkwoordelijk gezegde/ lijdend voorwerp
2. persoonsvorm/ werkwoordelijk gezegde/zinsdelen/ onderwerp/ lijdend voorwerp
3. persoonsvorm/ zinsdelen/ onderwerp/ werkwoordelijk gezegde/ lijdend voorwerp
4. persoonsvorm/ zinsdelen/ onderwerp/ lijdend voorwerp/ werkwoordelijk gezegde

Enkelvoudig of samengesteld?

''Jelle gaat vanavond naar een fissa.''

1. enkelvoudig
2. samengesteld

Enkelvoudig of samengesteld?

''Abdul heeft zijn ballie pattas mee, terwijl Lisanne de hare vergeten is.''

1. enkelvoudig
2. samengesteld, voegwoord: terwijl
3. samengesteld, voegwoord:hare
4. samengesteld, voegwoord: mee

ENKELVOUDIG OF SAMENGESTELDE ZINNEN?

1. Sarah heeft een kat.
2. De oortjes van Gianluca zijn kwijt, maar gelukkig heeft Bram ze gevonden.

1. 1 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv 2 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv
2. 1 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv 2 = samengestelde zin, want er is 1 pv
3. 1 = samengestelde zin, want er zijn 2 pv 2 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv
4. 1 = enkelvoudige zin, want er is 1 pv 2 = samengestelde zin, want er zijn 2 pv

Hoe komt het woord 'voegwoord' aan z'n naam?

1. Voegen doe je bij bakstenen: die plak je aan elkaar. Een voegwoord plakt meerdere zinnen aan elkaar.
2. Invoegen doe je als je je auto tussen twee andere auto's wilt krijgen. Met een voegwoord zet je een zin TUSSEN een andere zin.

LAATSTE VRAAG

Welke woorden zijn voorbeelden van voegwoorden?

1. en, niet, maar, terwijl,dus, niet
2. en, maar, terwijl,dus, want, of
3. is, terwijl, loopt, dus, want, of
4. en, maar, fiets, dus, ja, of

WAT GELDT VOOR JOU?

1. Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
2. Ik kan het voegwoord uit een zin halen.
3. Ik weet hoeveel persoonsvormen een enkelvoudige zin heeft.

1. 1 = ja 2 = nee 3 = nee
2. 1 = ja 2 = ja 3=nee
3. 1 = ja 2 = ja 3=ja
4. 1 = nee 2 = nee 3 = nee

Wat doen we verder vandaag?

1. Korte oefening met enkelvoudige/ samengestelde zinnen

2. We doen een quiz van 9 vragen (eerste 2 krijgen prijs)

3. We krijgen tijd om huiswerk te na te kijken en te maken.

4. Samengestelde zin(nen) maken

Huiswerktijd

EERST: p. 28 + 29 + 80 + 81 nakijken

DAARNA: Aftekenen bij mevr. Houkes

DAARNA: hw vrijdag maken: p. 30 + 31 en p. 56 + 57

DAARNA: p. 32 + 33

Je mag je eigen muziek luisteren.

Afspraken muziek luisteren tijdens werken

- De docent bepaalt wanneer je muziek mag luisteren.

- Je luistert alleen je eigen muziek (oortjes niet delen).

- Je bent de enige die je muziek hoort (denk aan geluid).

- Je scherm ligt op de kop.

Wat doen we verder vandaag?

1. Korte oefening met enkelvoudige/ samengestelde zinnen

2. We doen een quiz van 9 vragen (eerste 2 krijgen prijs)

3. We krijgen tijd om huiswerk te na te kijken en te maken.

4. Samengestelde zin(nen) maken

Samengestelde zinnen maken

De Nederlandse les loopt 'iets' uit de hand....

Sophie lakt haar nagels.

Lisanne gooit een propje.

Dalysha staat op de tafel.

Sam gilt het uit.

Malik tekent op de muur.

Mevrouw Houkes peutert in haar neus.

Milan schreeuwt: 'Lolly!'

Femke verscheurt haar boek.

Voegwoorden:

of               terwijl

en              omdat

maar         dus

nadat        als

toen          want